Lucas 19:29-40
19 Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit 30 en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. 31 Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?”, moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”’ 32 De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. 33 Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ 34 Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ 35 Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. 36 Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor Hem op de weg uit. 37 Toen Hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. 38 Ze riepen: ‘Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ 39 Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ 40 Maar Hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’ (NBV21)
Zo tegen het eind van het kerkelijk jaar viert de Kerk het feest dat Jezus van Nazareth als Messias, de Christus in het Grieks, de Koning van de wereld is. Dat nieuwe kerkelijk jaar begint met de eerste adventzondag, het feest van de verwachting van de komst van die koning naar de aarde. Rond deze laatste zondag van het kerkelijk jaar is het daarom niet zo vreemd het verhaal van de intocht in Jeruzalem te lezen. Die tocht begint bij een paar bijzondere dorpjes, het huis der onrijpe kleine vijgen, Betfage, en het huis van de armoede, Bettanië. Vandaar uit gaat het op naar Jeruzalem. In het verhaal van vandaag lijkt het er op of het niet slechter kan, alleen maar beter, Van de ellende op naar de kroning. Voor die intocht is een rijdier nodig. Koningen reden immers te paard hun hoofdstad binnen? Jezus van Nazareth volgt de woorden van de profeet Zacharia die had geschreven dat de bevrijder koning, de Messias, weliswaar rechtvaardig en zegevierend zou binnenrijden maar deemoedig op een ezel, een veulen, het jong van een ezelin. Als de leerlingen dan ook tegen de eigenaar van het ezelsveulen zeggen dat de “Heer” die nodig heeft dan wordt de ezel direct afgestaan.
Het zinderde in Israël van Messiassen en je kon moeilijk aan de goede je medewerking weigeren. Bovendien was “Heer” ook de aanspreektitel van de koning en zelfs de Romeinse Keizer kan bedoeld worden. Zo rijdt Jezus van Nazareth naar Jeruzalem, op een dier waar nooit iemand op had gezeten, wat hier gebeurt is nooit eerder gebeurt, dat benadrukt dit beeld. Hij gaat over de Olijfberg en daar beginnen de leerlingen te zingen. Hier komt werkelijk de Koning. Het afdalen van de Olijfberg is een omgekeerde beweging, ooit vluchtte een huilende koning David deze Olijfberg op, nu komt de koning terug naar Jeruzalem. Een revolutionaire beweging, hier wordt de macht van de Romeinen uitgedaagd. Geen wonder dat de Farizeeën manen tot rust en orde. Zij beschermden immers het volk tegen de bezetters. Een opstootje als dit leidde gemakkelijk tot militair ingrijpen en onschuldige slachtoffers. Wisten die Romeinen veel dat hier gewoon psalmen werden gezongen zoals pelgrims al eeuwen hadden gedaan? Je zag hier het toneelstuk van de macht, mantels op de straat, takken van de bomen en iedereen die zingt en buigt voor de koning op de ezel. Een carnavalsscene maar als het volk er achter staat een machtig gebeuren.
Hier klinkt het vrede in de hemel, niet meer de vrede op aarde zoals bij de geboorte, want de hemel is waarlijk op aarde gekomen. Maar opnieuw roept Jezus van Nazareth de profeten te hulp om de kritiek te smoren. Habakuk had immers gezegd dat indien nodig de stenen uit de muren zouden roepen? De angst en de vrees voor een machtige overheid moeten ons nog steeds niet stoppen. Applaus kan in de Tweede Kamer klinken als vluchtelingen voor geweld het geweld weer dreigen te worden ingestuurd door onze regering. Maar het mag ons niet weerhouden voor hen op te komen, de slachtoffers onderdak te geven, de bedroefden te troosten, de gewonden te verzorgen en te blijven werken aan die hemel op aarde die komt als het Koninkrijk van God daar is, dat mag zingend en met vreugde, ook vandaag weer als we vieren dat ook onze koning Jezus van Nazareth is en geen ander en zeker niet de laffe angsthazen die in de kamer op hun bankjes zitten trommelen als het recht wordt geschonden.