1 Koningen 22:1-12
1 Er verstreken ruim twee jaren waarin geen oorlog werd gevoerd tussen Aram en Israël. 2 In het derde jaar bracht Josafat, de koning van Juda, een bezoek aan de koning van Israël. 3 De koning van Israël zei tegen zijn raadsheren: ‘U weet dat Ramot in Gilead ons toebehoort. Wat weerhoudt ons ervan die stad op de koning van Aram te heroveren?’ 4 Hij vroeg aan Josafat of deze met hem mee ten strijde wilde trekken tegen Ramot in Gilead, en Josafat antwoordde: ‘U en ik zijn één; mijn leger is uw leger, mijn paarden zijn uw paarden.’ 5 En hij voegde eraan toe: ‘Vraag vandaag nog raad aan de HEER.’ 6 De koning van Israël ontbood ongeveer vierhonderd profeten en vroeg hun: ‘Zal ik tegen Ramot in Gilead ten strijde trekken, of kan ik er beter van afzien?’ ‘Trek op,’ antwoordden ze. ‘De Heer zal u de stad in handen geven.’ 7 Maar Josafat vroeg: ‘Is hier niet nog een profeet van de HEER die wij kunnen raadplegen?’ 8 De koning van Israël antwoordde: ‘Er is nog wel iemand die de HEER voor ons zou kunnen raadplegen. Maar ik heb een hekel aan hem. Hij profeteert nooit iets goeds over mij, alleen maar onheil. Dat is Micha, de zoon van Jimla.’ ‘Zegt u dat toch niet!’ zei Josafat. 9 De koning van Israël liet een hoveling komen, aan wie hij opdroeg om Micha, de zoon van Jimla, zo snel mogelijk te halen. 10 De koning van Israël en de koning van Juda, Josafat, zaten ieder in hun staatsiegewaad op een troon op de dorsvloer voor de stadspoort van Samaria, in gezelschap van de in vervoering geraakte profeten. 11 Sidkia, de zoon van Kenaäna, had twee ijzeren hoorns gemaakt en zei: ‘Dit zegt de HEER: Met deze hoorns zult u de Arameeërs neerstoten, tot u ze allemaal verslagen hebt.’ 12 Ook de andere profeten voorspelden dergelijke dingen. ‘Trek op tegen Ramot in Gilead,’ zeiden ze. ‘Uw veldtocht zal slagen en de HEER zal u de stad in handen geven.’
Daar moet je dus altijd voor uitkijken. Als de ene koning bij de andere op bezoek gaat dan kan het gemakkelijk weer op oorlog uitdraaien. Hoe je samen de vrede kan verzekeren is heel wat moeilijker te bedenken. Of het nu gaat om een verbond tussen Zuid Korea en Amerika om Noord Korea op de knieeën te krijgen of een verbond tussen Israël en Juda om Ramos in Gilead te heroveren. Er kan gemakkelijk oorlog van komen. En waarom niet? Als U niet verder hebt gelezen zou je toch zeggen dat de beide koningen de zegen van de Heer hebben. Ze hadden 400 profeten van de God van Israël ontboden. Die hadden hun verzekerd dat ze konden optrekken en dat ze echt zouden winnen. De profeet Sidkia had zelfs twee ijzeren hoorns gemaakt, daarmee zou symbolisch het leger van de vijand verslagen worden. De koning als jonge vruchtbare stier uitgebeeld, een stier die onverslaanbaar zou zijn. Een boodschap van de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Ook de andere profeten hadden dit geprofeteerd. Het is onvoorstelbaar. God stuurt die protserige koningen er op uit om oorlog te voeren.
Daar zitten ze op hun troon voor de poort op de dorsvloer, als vruchtbaarheidsgoden in een tempel. Maar er is nog een profeet. Volgens Achab ligt die Micha altijd dwars, die zegt altijd lelijke dingen over hem, net als Elia. Achab weet natuurlijk best waar de schoen wringt. Die oorlog is er niet voor om de naam van de God van Abraham, Izaak en Jacob groot te maken maar die oorlog is er om de namen van Achab en Josafat groot te maken. En dat soort gedrag wordt door de profeten altijd veroordeeld. Maar Josafat dringt aan, ook die profeet moet het bewijs leveren dat het die God is die de oorlog goedkeurt. Zijn er andere wegen om vrede te bewaren en toch gerechtigheid te krijgen? Misschien wel. In de jaren voor de muur viel hadden vele kleine groepen mensen, vooral uit Europese kerken, vriendschap gesloten met groepen uit kerken in de DDR. Vanuit die groepen ontstonden de vreedzame demonstraties die uiteindelijk de muur deden vallen.
De Nobelprijs voor de vrede gaat dit jaar naar mensen uit landen die in oorlog zijn. Een vredesactivist uit Belarus, en vredesbewegingen uit Oekraïne en Rusland, daar moeten we dus op letten. Als regeringen in China of Iran de mensenrechten op grove wijze schenden dan sluiten ze eerst het internet en de telefoonverbindingen af opdat gewone mensen over de hele wereld niet mee kunnen kijken. Verbindingen tussen gewone mensen maken kennelijk de vrede en de gerechtigheid mogelijk zonder dat er geweld aan te pas komt. We moeten dat misschien nog leren om goed en effectief te doen, maar we kunnen er stem aan geven en mee doen. Straks als onze voetballers in Quatar hun best doen ligt daar misschien voor ons allemaal wel een taak. Er zijn altijd andere wegen om het goede te doen en niet dan het goede. Misschien dat we er dan ook achter komen waarom al die profeten, namens God, de koningen Achab en Josafat de oorlog in wilden sturen.