1 Koningen 2:13-25
13 Op zekere dag wendde Adonia, de zoon van Chaggit, zich tot Batseba, de moeder van Salomo. ‘Kan ik u met een gerust hart ontvangen?’ vroeg ze. ‘Wees gerust,’ antwoordde hij, 14 ‘ik wil u alleen maar iets vragen.’ ‘Ga uw gang,’ zei Batseba. 15 Toen zei Adonia: ‘U weet dat het koningschap mij toekwam; heel Israël verwachtte dat ik koning zou worden. Maar de HEER besliste anders en het koningschap ging over op mijn broer. 16 Nu heb ik een verzoek aan u, alstublieft, weiger het me niet.’ ‘Ga verder,’ zei Batseba. 17 ‘Wilt u aan Salomo, de koning, vragen of hij me de hand schenkt van Abisag uit Sunem? U zal hij het immers niet weigeren.’ 18 ‘Goed,’ zei Batseba, ‘ik zal bij de koning voor u pleiten.’ 19 Batseba ging naar de koning om met hem over Adonia te spreken. De koning stond op, kwam haar tegemoet en knielde voor haar. Toen ging hij weer zitten en liet voor de koningin-moeder een tweede troon aandragen. Ze nam plaats aan zijn rechterhand 20 en zei: ‘Ik heb een klein verzoekje aan u, alstublieft, weiger het me niet.’ De koning antwoordde: ‘Vraagt u maar, moeder, ik zal het u niet weigeren.’ 21 Batseba vroeg: ‘Kan uw broer Adonia de hand krijgen van Abisag uit Sunem?’ 22 Koning Salomo antwoordde zijn moeder: ‘Waarom vraagt u voor Adonia de hand van Abisag? Dan kunt u net zo goed het koningschap voor hem opeisen! Hij is immers ouder dan ik. Als u voor hem pleit, pleit u ook voor Abjatar en Joab!’ 23 Toen zwoer de koning bij de HEER: ‘God mag met mij doen wat Hij wil als Adonia dit verzoek niet met zijn leven zal bekopen! 24 Zo waar de HEER leeft, die mij heeft aangesteld en me op de troon van mijn vader David heeft geplaatst en die mijn koningshuis gevestigd heeft zoals Hij had beloofd: Adonia zal vandaag nog sterven!’ 25 Benaja, de zoon van Jojada, werd door koning Salomo belast met de opdracht Adonia ter dood te brengen. (NBV21)
Er zijn mensen die niet kunnen ophouden met het zagen van poten onder de zetels van machthebbers. Dat komt voor in het klein, in kantoren en fabrieken en het komt voor in het groot, als binnen of tussen politieke partijen machtsstrijd ontstaat. Het regelt dan van intriges. Kleine voorvallen worden opgeblazen, belangrijke stappen gebagatelliseerd. Ook in de Bijbel komt dat voor. Vandaag lezen we van een dergelijke intrige en hoe de Koning daar kort en metten mee maakt. Het gaat over Adonia, een halfbroer van Salomo. Deze Adonia had zich laten uitroepen tot Koning nog voor David overleden was. Hij had daarvoor een kroningsfeest georganiseerd in Hebron waar traditioneel de Koningen van Israël tot koning werden uitgeroepen.
Maar de moeder van Salomo Bathseba had er van te horen gekregen en David overgehaald haar zoon tot koning te laten zalven. Bij de stadsbron was dat ook gebeurd. Salomo had op dat moment al laten weten Adonia niet direct ter dood te laten brengen. Bij die beslissing om Salomo to wettig koning uit te roepen speelde ook ene Abigaïl een rol. Zij was bij David gekomen als jonge vrouw om zijn botten te warmen. Vaak wordt deze Abigaïl afgeschilderd als een knap meisje die nog enige viriliteit bij de Koning kon opwekken. Maar historisch onderzoek heeft ontdekt dat ook Koningen in de buurt van Israël een dergelijke voorziening wel troffen. Die jonge vrouwen werden daar zeer wijs genoemd. Als de koning alles niet meer helder zag dan gaven zij de vermoedelijke mening van de Koning weer en dat werd als mening van de koning aangenomen.
Als Adonia vraagt om de hand van Abigaïl vraagt hij om een belangrijke plaats aan het hof. Zij immers had op het laatst de mening van koning David gegeven. Dat Salomo koning was geworden kwam mede door de manier waarop zij de mening van de koning had weergegeven. Als de wijze koning Salomo van zijn moeder hoort wat Adonia gevraagd had doorzag hij direct de manipulatie die hier plaats had. Abigaïl kon achteraf natuurlijk altijd zeggen dat ze zich had vergist. Aan de manipulaties van Adonia moest abrupt een einde komen. Verraders krijgen de doodstraf. Voor ons heeft dit verhaal een waarschuwing. Politici die demonstranten oproepen geweld te gebruiken, politiek geweld, zijn niet onschuldig en horen in de gevangenis. Ook wij moeten op onze hoede zijn voor dit soort intriges en die aan het licht brengen. Het Nieuwe Testament roept op om dat wat verborgen is altijd openbaar te maken. Dat uit liefde voor de zwaksten die gemakkelijk het eerste slachtoffer kunnen worden.