1 Koningen 2:1-12
1 Toen David zijn einde voelde naderen, droeg hij zijn zoon Salomo op: 2 ‘Ik moet nu heengaan, net als iedereen. Wees sterk en laat zien dat je een man bent. 3 Houd je aan je verplichtingen tegenover de HEER, je God: gehoorzaam Hem en neem zijn bepalingen, geboden, rechtsregels en voorschriften in acht, zoals die zijn vastgelegd in de wetten van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt, 4 en dan zal de HEER zijn woord aan mij gestand doen: Als je zonen het rechte pad houden en Mij oprecht, met hart en ziel, toegewijd blijven, dan zal er altijd een van jouw nakomelingen op de troon van Israël zitten. 5 En er is nog iets: je weet wat Joab, de zoon van Seruja, mij heeft aangedaan – wat hij de twee opperbevelhebbers van het leger van Israël heeft aangedaan, Abner, de zoon van Ner, en Amasa, de zoon van Jeter. Die heeft hij vermoord. Hij heeft in vredestijd bloed vergoten alsof het oorlog was en zo zijn soldateneer met bloed bevlekt. 6 Laat je door je wijsheid leiden en gun hem geen vredige dood op zijn oude dag. 7 Maar de zonen van Barzillai uit Gilead moet je goed behandelen. Neem hen op aan je hof, want zij zijn mij te hulp gekomen toen ik op de vlucht was voor je broer Absalom. 8 Dan is er nog de Benjaminiet Simi, de zoon van Gera, uit Bachurim. Hij heeft me de vreselijkste verwensingen naar het hoofd geslingerd toen ik op weg was naar Machanaïm. Later is hij me bij de Jordaan tegemoetgekomen, en toen heb ik hem bij de HEER gezworen dat ik hem niet ter dood zou brengen. 9 Maar jij moet hem niet ongestraft laten. Je bent een verstandig man, dus je weet wat je te doen staat: laat hem op zijn oude dag een gewelddadige dood sterven.’10 David stierf en werd begraven in de Davidsburcht. 11 Veertig jaar lang was hij koning van Israël geweest: zeven jaar in Hebron en drieëndertig jaar in Jeruzalem. 12 Salomo besteeg de troon van zijn vader David en regeerde met vaste hand. (NBV21)
David was drie en dertig jaar Koning in Jeruzalem. Jezus van Nazareth was drie en dertig jaar toen hij aan het kruis stierf. Die getallen staan er niet zomaar, die staan er om de volheid van hun tijd aan te duiden. Het getal van de volheid is veertig en aangezien David ook zeven jaar in Hebron had geregeerd is zijn tijd echt vol. Bij Jezus was er kennelijk nog een zeven jaar bij God nodig. Die jaren zijn geen jaren uit onze geschiedenisboekjes, die jaren duiden aan dat de levens en de verhalen er over op de God van Israël betrokken zijn en dat ze gaan over de geschiedenis zoals de God van Israël onze geschiedenis heeft veranderd. Maar alle mensen gaan dood en ook David gaat dood. Hij gaat de weg van de aarde staat er letterlijk. En voor een belangrijk persoon sterft wordt er een testament gemaakt, Ook David maakt zijn testament voor zijn zoon.
Er zijn vier elementen in dat testament. Ten eerste wordt de belofte van de God van Israël herhaald dat het huis van David zal blijven zolang dat huis van David verbonden blijft met de God van Israël. Voor Salomo betekent dit dat hij de leer van Mozes zal moeten onderhouden. Hij krijgt dus uitdrukkelijk de opdracht de weduwe en de wees te beschermen, de arme recht te doen en de vreemdeling gastvrij te ontvangen. Maar hij krijgt ook waarschuwingen. Allereerst Joab. David verwacht dat Joab zijn eigen agenda ten uitvoer zal brengen zoals die dat indertijd met Abner en Amasa had gedaan, tegen het bevel van David in had hij ze gedood. Vreemdelingen moet hij gastvrij ontvangen en met name de nazaten van Barzilai die als buurman van Israël toch David ontving toen hij op de vlucht was voor Absalom. Zijn zonen hebben recht op de beloning die Barzilai weigerde. David waarschuwt ook voor Simi, die tijdens de vlucht voor Absalom David bekogelde met stenen en verwensingen. Ook hij zal proberen zijn eigen agenda te volgen.
Zo komt er dus een einde aan het bewind van David. Zo komt er schijnbaar ook een einde aan het verhaal over David. De Koning wordt begraven op de Davidsburcht in Jeruzalem. Hij verlaat het paleis dus niet. Het paleis in Jeruzalem blijft dus het huis van David en alle Koningen die daar wonen mogen zich Koningen weten van het huis van David. De opdracht zich te houden aan de leer van Mozes geldt dus niet alleen voor Salomo maar voor alle Koningen uit het huis van David. Daarmee is het verhaal van David dus niet uit. De Zoon van David die wij het beste kennen, Jezus van Nazareth, liet die leer van Mozes uit de Tempel de wereld in gaan zodat alle volken op aarde die wetten zouden kunnen volgen. Richtlijnen voor een menselijke samenleving die zich laten samenvatten in het heb uw naaste lief als uzelf. Ook wij horen dus de oproep van David. Ook wij kunnen Koningen en Priesters worden zoals David geschetst heeft, door te luisteren naar en te handelen volgens die leer. Dat mag elke dag opnieuw, ook vandaag.