Jeremia 27:1-11
In het begin van de regering van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia, richtte de HEER zich tot Jeremia. 2 Dit zei de HEER tegen mij: ‘Maak jukken met riemen en leg die op je nek. 3 Stuur de koningen van Edom, Moab, Ammon, Tyrus en Sidon ieder een juk. Je moet ze meegeven aan hun gezanten, die bij koning Sedekia in Jeruzalem zijn. 4 Laat ze hun vorst de volgende boodschap overbrengen: Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël – dit moet u dus tegen uw vorst zeggen: 5 Ik heb met mijn grote kracht en met mijn machtige arm de aarde gemaakt en de mensen en dieren die er leven. Ik geef de aarde aan wie Ik wil. 6 Ik heb jullie landen nu allemaal in handen gegeven van mijn dienaar, koning Nebukadnessar van Babylonië; zelfs de wilde dieren heb Ik aan hem onderworpen. 7 Alle volken zullen aan hem, zijn zoon en zijn kleinzoon onderworpen zijn, totdat ook voor zijn eigen land de tijd komt dat vele volken en machtige koningen het zullen onderwerpen. 8 Het volk of koninkrijk dat zich niet aan hem, koning Nebukadnessar van Babylonië, wil onderwerpen, dat zich niet zijn juk wil laten opleggen, zal Ik straffen met het zwaard, de honger en de pest, totdat Ik het door zijn toedoen vernietigd heb – spreekt de HEER. 9 Luister niet naar je profeten, waarzeggers, droomuitleggers , toekomstvoorspellers en tovenaars, die jullie steeds oproepen je niet aan de koning van Babylonië te onderwerpen. 10 Hun profetieën zijn leugens; ze bereiken er slechts mee dat jullie uit je land worden verdreven. Ik zal jullie uiteenjagen en jullie zullen omkomen. 11 Maar het volk dat zich het juk van de koning van Babylonië laat opleggen, dat zich aan hem onderwerpt, zal Ik in zijn eigen land laten blijven. Het mag er blijven wonen en de akkers bewerken – spreekt de HEER.’ (NBV21)
Soms moet je je neerleggen bij de loop van de geschiedenis. Alle kleine landjes rond Israël waren onderworpen aan de koning van Babylonië. Niet dat ze daar veel last van hadden, ze moesten elk jaar een bepaalde belasting betalen en daarmee was de kous af. Daarmee werd eigenlijk de vrede gekocht. Jeremia waarschuwde daarom tegen de voortdurende neigingen om met geweld tegen het machtige Babylonië in opstand te komen. Dat soort opstanden werden bloedig onderdrukt. Zolang de koning van Babylonië niemand dwong iets anders te doen dan jaarlijks die belasting te betalen had het geen zin er tegen in opstand te komen. Wij kennen vergelijkbare situaties. Lang hadden we het communisme waar we bang voor hadden te zijn. In Rusland heerste een regiem dat ondemocratisch en onderdrukkend was en waar we ons tegen hadden te beschermen. Natuurlijk wisten we dat het aanvallen van dat land geen zin had, dat zouden we verliezen en de prijs zou geweldig hoog zijn.
Het communisme verdween maar de militaire macht van Rusland niet. Het blijft dus levens gevaarlijk om een wereldoorlog tegen deze macht te beginnen. Daar worden de mensen in de Oekraïne het slachtoffer van. Rusland vraagt meer dan een stevig economisch verdrag, ongeveer hetzelfde als de jaarlijkse afdracht aan Babylonië. Daarmee lokt Rusland een bloedige oorlog uit. Een oorlog waarin wij ons niet hoeven mee te laten slepen. Ook China is een vergelijkbaar gevaar. In China is nog steeds geen persvrijheid, in China is nog steeds geen vrijheid van godsdienst. Soms wordt gedacht aan oorlogen om Tibet of Hong Kong of de Oeigoeren. Maar we weten dat we het zouden verliezen en dat de prijs geweldig hoog zou zijn, het zou ook met China een atoomoorlog worden waarbij de aarde zal vergaan. Jeremia riep voortdurend op om de goddelijke richtlijnen van eerlijk delen en recht en vrede te volgen.
Contacten tussen gewone burgers, tussen kerkelijke gemeenten met onze vermeende vijanden zijn wellicht vruchtbaarder. Leven zoals Jeremia ons voor houdt en contacten tussen gewone burgers in landen die zich niks van de goddelijke richtlijnen voor de menselijke samenleving aantrekken kan een wapen zijn dat het Koninkrijk van God nabij kan brengen. Het past overigens niet in de heersende cultuur van ons land, artikel 1 van de grondwet moet daarom niet worden vervangen. Als we beginsel dat alle mensen gelijk zijn voor de wet laten vallen maken we ons het meedoen in het verhaal van Jeremia en van Jezus van Nazareth onmogelijk. Alle mensen op aarde zijn immers onze broeders en zusters. In dat verhaal doen in ons koninkrijk de vreemdelingen gelijkwaardig mee. En contacten met vreemdelingen kunnen ons leren hoe contacten te onderhouden met mensen in alle landen van de wereld.