Psalm 107:23-43
23 Soms daalden zij af naar zee, gingen scheep en bevoeren het wijde water, 24 ze zagen de daden van de HEER, zijn wonderen op de oceaan. 25 Hij sprak en ontketende storm, hoog zweepte hij de golven op. 26 Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte, hun maag keerde om van ellende, 27 ze tolden en tuimelden als dronkaards, alle kennis baatte hun niets. 28 Ze riepen in hun angst tot de HEER hij leidde hen weg uit vele gevaren, 29 hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. 30 Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam, hij bracht hen naar een veilige haven. 31 Laten zij de HEER loven om zijn trouw, om zijn wonderen aan mensen verricht, 32 hem hoog verheffen als het volk bijeen is, hem loven in de kring van de oudsten. 33 Hij maakt van rivieren woestijn, van waterbronnen dorstig land, 34 van vruchtbaar land een zoutzee vanwege het kwaad van de bewoners. 35 Hij maakt van woestijnen waterland, van dor gebied een bronrijke streek. 36 Hij laat daar wonen wie honger leden, zij stichten een stad, een woonplaats, 37 zaaien akkers in, planten wijngaarden, met een rijke oogst aan vruchten. 38 Zegent hij hen, zij worden zeer talrijk en ook hun vee breidt zich uit, 39 zegent hij niet, hun aantal neemt af, ze buigen onder de last van onheil en verdriet. 40 Hij stort schande uit over de aanzienlijken, hij laat hen dolen in een woestenij zonder uitweg; 41 de armen behoedt hij voor slavernij, hun families maakt hij talrijk als kudden. 42 Wie oprecht zijn, zien het met blijdschap, wie onrecht doet, moet zwijgen. 43 De wijze neemt dit ter harte en kent de trouw van de HEER. (NBV)
Waar kennen we dat toch van, wie stilde de storm, dat was toch Jezus van Nazareth? Zo wordt het door Marcus tenminste verteld, maar Psalm 107 bezingt het of men het al had meegemaakt. Historisch klopt dat natuurlijk niet, of Marcus greep terug naar Psalm 107 en liet zien dat de Weg van Jezus van Nazareth je werkelijk laat zingen als deze psalm. Wij heidenen, opgevoed als christenen, kunnen de Joodse Bijbel nu niet anders lezen dan door de bril van het Christendom. In het verhaal zoals het door Marcus werd verteld sliep Jezus overigens en zijn volgelingen werden bang dat ze zouden vergaan. Net zo bang als de ballingen die over zee terugkeerden volgens psalm 107. Heel wat families van vissers zullen nu stilletjes denken dat Gods wereld toch wel heel gemeen in elkaar zit. Hun familieleden werden niet gered, voor hen werd de storm niet gestild. Waarom de een wel en de ander niet?
Wel, Jezus sliep en in de Psalm staat dat de kennis die de ballingen hadden van de richtlijnen voor liefde en recht hen niet baatte. Toen we uit het boek Job lazen hebben we geleerd dat we natuurrampen maar moeten nemen zoals ze komen. Waar het kennelijk op aankomt is het vertrouwen. De ballingen uit deze psalm laten zich op en neer gooien op de golven, zij hebben vertrouwen in het feit dat ze de stad van hun dromen zullen bereiken, de volgelingen van Jezus maken hem wakker, zij hebben er vertrouwen in dat hun meester iets voor hen kan betekenen. Jona, die tijdens een storm lag te slapen, liet zich overboord gooien. Dat vertrouwen op een goede afloop sleept je door de storm heen. Ook als een familielid sterft is het leven niet voorbij, ook als je een ramp overkomt, een ernstig ongeval, en ziekte of een handicap is het leven niet voorbij. Je blijft in staat je onbaatzuchtige liefde aan een ander te geven.
De geest van Jezus werd Trooster genoemd. Je blijft in zijn geest in staat de samenleving er op te wijzen dat de zorg voor de zwakke voorop dient te blijven staan. Soms kun je daar zelfs dan nog beter op wijzen. Door die storm heen, door die ellende heen blijven we volgens Psalm 107 in staat opnieuw de akkers in de zaaien, te oogsten, te delen en een samenleving op te bouwen op de fundamenten van recht en vrede. Het mooiste is dat we er vandaag mee kunnen beginnen. Als we ons maar blijven herinneren dat het voor iedereen altijd en overal het laatste moment kan zijn. Zoals het standbeeld van de vissersvrouw op de Boulevard in Katwijk aan Zee herinnert aan al die vissers die in de loop van de geschiedenis op zee zijn gebleven. Die geschiedenis is niet voorbij, dat is niet iets van vroeger, dat is iets ook van onze dagen, als mensen doodgaan en nabestaanden getroost moeten worden, of als we moeten voorkomen dat mensen doodgaan door voor hen uit te kijken.