Genesis 15:12-21
12 Toen de zon op het punt stond onder te gaan, viel Abram in een diepe slaap. Opeens werd hij overweldigd door angst en diepe duisternis. 13 Toen zei de HEER: ‘Wees ervan doordrongen dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden, vierhonderd jaar lang. 14 Maar ik zal hun onderdrukkers ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen. 15 Wat jou betreft: je zult in vrede met je voorouders worden verenigd en in gezegende ouderdom begraven worden. 16 Pas de vierde generatie zal hierheen terugkeren, want pas dan hebben de Amorieten zo veel misdaden bedreven dat de maat vol is.’ 17 Toen de zon ondergegaan was en het helemaal donker was geworden, was daar plotseling een oven waar rook uit kwam, en een brandende fakkel die tussen de dierhelften door ging. 18 Die dag sloot de HEER een verbond met Abram. ‘Dit land, ‘zei hij, ‘geef ik aan jouw nakomelingen, van de rivier van Egypte tot aan de grote rivier, de Eufraat: 19 het gebied van de Kenieten, Kenizzieten en Kadmonieten, 20 de Hethieten, Perizzieten en Refaïeten, 21 de Amorieten, Kanaänieten, Girgasieten en Jebusieten.’ (NBV)
De dromen laten Abram maar niet los. Hij zou het begin zijn van een groot volk, maar kinderen heeft hij niet, hij zou het land erven waar hij nu in rondtrok maar hij had nog geen snipper land in eigendom en godsdienstige rituelen had hij ook al niet. Dan droomt hij dat het nog wel heel lang kan duren voordat de dromen zoals hij ze heeft uitkomen. Wel tot de vierde generatie. Dat is wel vierhonderd jaar. Tot die tijd zullen zijn nakomelingen zelfs in slavernij gehouden worden. Wij weten inmiddels dat het volk Israel 400 jaar in Egypte verbleef en toen uittrok door de woestijn, daar haar godsdienst vorm en inhoud gaf en toen pas het beloofde land veroverde. Abram moet blij geweest zijn te zien dat dat delen van het offer door God zelf werd opgelost.
En de onderdrukkers worden altijd en overal ter verantwoording geroepen. Want al die mannen in hun streepjespakken met mooie stropdassen om kunnen nu wel zo brallerig snoeven op de rijkdom die ze aan de rijken hebben weggegeven. Maar op deze wereld gaat het verwerven van de meeste rijkdom ten koste van anderen, van de niet rijken maar van de armen en dat zijn toch het meest ook nog vrouwen. Daarnaast zijn het aanhangers van godsdiensten die dat stelen van de armen religieus denken te kunnen motiveren. In de Islam de fundamentalisten die er niet aan willen dat de Profeet vrouwen een ereplaats wilde geven en juist elke vorm van onderdrukking wilde bestrijden. In het Christendom de bevindelijke protestanten en de Rooms Katholieke Kerk die vrouwen thuis en buiten Kerk en samenleving willen houden alsof er niet geschreven staat dat in Christus man noch vrouw is.
De droom van Abram ,waarin een wereld komt waar iedereen mee mag doen en mee mag delen, is nog lang niet uitgekomen. Het lijkt soms wreed te klinken dat de God van Israël alle landen van al die volken die daar genoemd worden aan de nakomelingen van Abram wil geven en die volken dus dakloos wil maken. Maar zo zit het niet. In een wereld waar iedereen mee mag doen, waar iedereen deel heeft aan dat verbond dat de God met Israël heeft gesloten, verdwijnen de nationale identiteiten die het eigen volk stellen boven andere volken. Niet jezelf eerst maar altijd samen want van delen wordt je rijker. Het is een droom die een hele plezierige wereld oplevert, de scheiding tussen arm en rijk, Jood en Heiden, man en vrouw, oud en jong is daar verdwenen schrijft Paulus in zijn brief aan de Galaten. Hij schrijft er bij dat we er alvast mee mogen beginnen. En een dergelijke wereld is er nog lang niet. Daar moeten we nog hard aan werken. Dat mag elke dag opnieuw.