Jesaja 3:1-12
1 Voorwaar, God, de HEER van de hemelse machten, ontneemt Jeruzalem en Juda hun stut en steun: alle steun van brood en water, 2 van krijgsheld en soldaat, rechter en profeet, waarzegger en oudste, 3 bevelhebber, man van aanzien en raadsheer, tovenaar en bezweerder. 4 Hij stelt kinderen als koning aan, willekeur zal er regeren. 5 De mensen zullen elkaar verdringen, man tegen man, de een tegen de ander; een kind staat op tegen zijn ouders, een nietsnut tegen een man van eer. 6 Een man grijpt in het ouderlijk huis zijn broer bij de arm en roept hem toe: ‘Jij hebt een mantel. Wees jij onze leider en ontferm je over deze chaos.’ 7 Maar dan zal die zich verweren: ‘Verwacht niet dat ik jullie wonden heel. Ik heb in mijn huis geen voedsel, geen mantel. Stel mij niet aan als leider van het volk.’ 8 Jeruzalem is gestruikeld, Juda is gevallen. Zij keren zich tegen de HEER in woord en daad, ze tarten hem openlijk in al zijn luister. 9 Hun partijdigheid keert zich tegen hen, schaamteloos pronken ze met hun zonden, als Sodom. Wee hun, want ze berokkenen zichzelf kwaad. 10 Gelukkig de rechtvaardige, het gaat hem goed, hij zal de vruchten plukken van zijn daden. 11 Wee de goddeloze, hem gaat het slecht, al wat hij doet wordt hem vergolden. 12 Door tirannen wordt mijn volk uitgebuit, woekeraars heersen erover. Mijn volk, jullie leiders zijn verleiders, zij brengen jullie op een dwaalspoor.(NBV)
Veel mensen keren zich af van de politiek. Dat was vroeger zo en dat is vandaag de dag niet anders. Als de inwoners van de Verenigde Staten een president mogen kiezen dan deed maar een kwart van de kiesgerechtigden mee. Voor veel mensen is de politiek een chaos. Mensen die zich voordoen als regeerders, maar ondertussen blijft het leed in de wereld. Politici spreken mooie woorden maar zelden worden die gevolgd door verstandige daden. Voor arme mensen komt daar nog bij dat zij zich het hoofd breken over de vraag hoe de eerste levensbehoeften te betalen terwijl die politici vorstelijk worden beloond. Elke stut en steun van de machtigen, de regeerders, de mensen van aanzien ontbreekt. Het is alsof kibbelende kinderen het parlement bevolken, de jongeren de straten onveilig maken, het zinloos geweld vrij spel heeft en iedere willekeurige voorbijganger het wel voor het zeggen kan krijgen als die een nette jas aan heeft.
Jesaja schetst zo te zien niet de samenleving van enkele duizenden jaren geleden maar Jesaja schetst de samenleving van nu. Tenminste de samenleving zoals veel mensen die vandaag de dag nog beleven. Dat nadat we hebben gelezen dat er maar één Heer is, één die de macht heeft mensen te bevrijden van de slavernij van de armoede. Die God is liefde en waar is die God temidden van de chaos van de huidige samenleving. Is dat een God die je beschermt tegen straatrovers? Is dat een God die je kinderen beschermt tegen drugsdealers? Is dat een God die de vreemdeling in je buurt voor jou verstaanbaar maakt? Ook die God lijkt te zeggen dat je ook God maar niet als leider van het volk moet aanstellen. Maar als de redding zelfs niet bij God lijkt te liggen, waar moeten we ons dan toe wenden? Hebben we echt niet meer dan onszelf, zwak als we zijn, niet bij machte het onheil van deze wereld te keren?
We hebben alleen nog de oproep onze naaste lief te hebben als onszelf. Dat moesten we navolgen en daarin moesten we mensen zien mee te krijgen. Daar mogen we de politiek op aanspreken en dag en nacht mochten we op grond van die richtlijn ijveren voor recht en gerechtigheid. Dat zal dus moeten werken. Dat geeft mensen de moed op oudejaarsavond mee te lopen met de buurtvaders om de jeugd voor ontsporen te behoeden, dat geeft moed de dealers in de buurt te melden bij de politie zodat er niet nog meer slachtoffers vallen, dat geeft de rust om meer tijd te nemen om onze buren van vreemde herkomst zelf maar onze taal te leren verstaan, dat legt de woorden in onze mond om onze regeerders te blijven vertellen wat er nodig is in de stad, dat maakt dat mensen zwervers op de vlucht een onderdak geven. We moeten niet op anderen vertrouwen maar op de Liefde die wij van God gekregen hebben om te delen met de minsten. Dat is de boodschap van Jesaja.