Daniël 12:1-4
1 In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk ter zijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend. 2 Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. 3 De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd. 4 Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen.’ (NBV)
Als we het boek over Daniël lezen dan moeten we nooit vergeten dat het hele volk naar een vreemd rijk is gebracht, Babel, waar het volk in ballingschap wordt gehouden. Ze kunnen er werken, wonen, trouwen en zelfs hoge posities bereiken, maar ze blijven gevangenen die afhankelijk zijn van de grillen van vreemde vorsten. Daniël had een hoge positie bereikt maar blijft dromen van de tijd dat het volk weer in het eigen land zal wonen, hij blijft er vast van overtuigd dat het allemaal goed zal aflopen. Ook al is zijn hele volk weggevoerd naar het rijk van een machtig heerser, eens zullen ze terugkeren en dan zullen ze stralen als de sterren aan de hemel. In zijn dromen is er een legeraanvoerder Michaël, “hij die aan God gelijk is” betekent dat. De traditie heeft er een legeraanvoerder van God, een aartsengel, van gemaakt. Maar die Michaël zal het volk bevrijden, desnoods met geweld. Zoiets moet je dus niet al te vaak zeggen en zeker niet van de daken schreeuwen.
Daniël krijgt de opdracht die overtuiging maar geheim te houden. Mensen gaan vanzelf wel op zoek naar de zin van het bestaan en ontdekken dan hoe het zit. Steeds meer mensen komen tot de ontdekking dat polarisatie zonder gesprek geen enkele zin heeft. Mensen die onverschillig tegenover hun omgeving stonden, ze zijn als dood en liggend in het stof, staan op en nemen verantwoordelijkheid op zich voor hun omgeving. In Amerika zag je dat meer en meer mensen daar gingen stemmen bij de presidentsverkiezingen, toen het gevoel ontstond dat de samenleving ook echt beter zou kunnen worden. Die verkiezingen waren spannend. Wie gaat winnen, krijgt het nieuwe een kans? Een dergelijke spanning moet ook Daniël gevoeld hebben. Als ze allemaal terug zullen gaan, als iedereen zich weer in gaat spannen voor de samenleving die God ooit bedoeld had, hoort iedereen daar dan ook thuis? Er zullen mensen zijn die alleen mee zullen gaan uit eigen belang, om er zelf beter van te worden.
Bij verkiezingen is het niet anders, de winnende partij trekt altijd mensen aan die willen profiteren van het succes. Ook in ons land trekken nieuwe politieke bewegingen mensen aan die het niet gaat om het ideaal, om de doelstellingen, maar om een goed baantje. Het is een probleem waar partijen en bewegingen geen antwoord op hebben. Ook Daniël had er geen antwoord op maar hij had vertrouwen. In zijn droom zullen de goeden voor eeuwig voortleven en de slechten voor eeuwig worden verafschuwd. De mensen die het volk tot haar recht hebben gebracht zullen stralen als de sterren aan de hemel. Een prachtig beeld. Maar als je dat gaat rondbazuinen ontstaat er gelijk ruzie over de vraag wie bij de goeden en wie bij de slechten gerekend moeten worden. Het is daarom beter te blijven spreken over het ideaal zelf, de samenleving van je naaste liefhebben als jezelf, het land waar iedereen met iedereen deelt en dat daardoor overvloeit van melk en honing. Genoeg mensen zullen daar naar op zoek gaan, altijd weer, zelfs vandaag.