Het was een Samaritaan.

Lucas 17:11-19 11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12  Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat leden; ze bleven op een afstand staan. 13  Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14  Toen hij … Lees meer

Niet in tel

Psalm 119:137-144 137 U bent rechtvaardig, HEER, elk van uw voorschriften is juist. 138 De richtlijnen door U uitgevaardigd zijn eerlijk en volkomen betrouwbaar. 139 Mijn hartstocht voor U verteert mij, mijn belagers zijn uw woorden vergeten. 140 Uw woord is volkomen zuiver, uw dienaar heeft het lief. 141 Al ben ik maar klein en … Lees meer

De hoeksteen

Marcus 12:1-12 1 Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2 Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om … Lees meer

Wie heeft U het recht gegeven

Marcus 11:20-33 20 Toen ze ’s morgens vroeg weer langs de vijgenboom kwamen, zagen ze dat hij tot aan de wortels verdord was. 21 Petrus herinnerde zich het voorval en zei: ‘Rabbi, kijk, de vijgenboom die U vervloekt hebt, is verdord.’ 22 Jezus zei tegen hen: ‘Heb geloof in God. 23 Ik verzeker jullie: als … Lees meer

Een huis van gebed

Marcus 11:12-19 12 Toen ze de volgende dag uit Betanië vertrokken, kreeg Hij honger. 13 Hij zag in de verte een vijgenboom die in blad stond en ging erheen in de hoop iets eetbaars te vinden, maar toen Hij bij de boom gekomen was, trof Hij alleen maar bladeren aan; het was namelijk nog niet … Lees meer

Een grote menigte

Marcus 10:46-52 46 Ze kwamen in Jericho. Toen Hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg; het was Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus van Nazaret voorbijkwam, begon hij luidkeels te roepen: ‘Zoon van David, Jezus, … Lees meer

Wie weet wat goed is

Prediker 6:1-12 1 Het is, dat heb ik ingezien, een trieste zaak onder de zon en voor de mens een zware last: 2 God geeft iemand rijkdom, bezittingen en aanzien; er ontbreekt hem in zijn leven niets van wat hij zich wenst, maar God staat niet toe dat hij ervan geniet-dat laat Hij een vreemde … Lees meer

Het voordeel voor de mens

Prediker 5:7-19 7 Wanneer je ziet dat in het land de armen worden onderdrukt en het recht en de rechtvaardigheid geschonden, wees dan niet verbaasd. Want een hoge ambtenaar wordt door een hogere beschermd, en zij beiden weer door ambtenaren die nog hoger zijn. 8 Het is hierbij nog een geluk wanneer de koning zorg … Lees meer

Bescheiden tred

Prediker 4:13–5:6 13 Beter een wijze jongen die van lage afkomst is dan een oude dwaze koning die zijn oren sluit voor goede raad. 14 Er was een jongen die gevangenzat, maar vrijkwam om een oude koning op te volgen. En dat terwijl hij in diens rijk als een onbeduidend iemand was geboren. 15 Ik … Lees meer

Samen zwoegen loont

Prediker 4:1-12 1 Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. 2 De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. … Lees meer

Er heerst onrecht.

Prediker 3:16-22 16 Ik heb nog iets onder de zon gezien: op de plaats waar rechtgesproken wordt, heerst onrecht. Ik zag de plaats waar gerechtigheid zou moeten zijn, en er heerst onrecht. 17 Ik zei tegen mezelf: God zal zowel de rechtvaardigen als de goddelozen aan zijn oordeel onderwerpen, want er is bij Hem voor … Lees meer

Een tijd voor alles

Prediker 3:1-15 1 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. 2 Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. 3 Er is een tijd om te doden … Lees meer

Slaaf van de anderen zijn

Marcus 10:32-45 32 Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat Hem zou overkomen: 33 ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan … Lees meer