Dit was Izebel.
2 Koningen 9:30-37 30 Toen Izebel hoorde dat Jehu onderweg was naar Jizreël, zette ze haar ogen aan, maakte haar kapsel op en ging bij haar venster op de uitkijk staan. 31 Toen Jehu door de poort de stad binnenkwam verwelkomde ze hem met de woorden: ‘Gaat het goed met je, Zimri de Koningsmoordenaar?’ 32 … Lees meer