Johannes 6:16-29
16 Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; 17 ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. 18 Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. 19 Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het water lopen; Hij was dicht bij de boot en ze werden bang. 20 Maar Hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ 21 Ze wilden Hem aan boord nemen, en meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden. 22 De volgende dag stond de menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot was, en dat Jezus niet aan boord was gegaan maar dat zijn leerlingen alleen vertrokken waren. 23 Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken. 24 Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om Hem te zoeken. 25 Ze vonden Hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent U hier gekomen?’ 26 Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, u zoekt Me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. 27 U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat blijft en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem die volmacht gegeven.’ 28 Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ 29 ‘Dit moet u voor God doen: geloven in Hem die Hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus. (NBV21)
Alle vier de Evangelieboeken hebben een eigen verhaal over een storm, de leerlingen en Jezus van Nazareth. Die verhalen verschillen, dat hangt samen met wat de schrijvers van de Evangelieverhalen ons duidelijk willen maken. Vandaag lezen we het verhaal zoals Johannes het vertelt. Als we, zoals we in het leesrooster doen, het verhaal steeds in stukjes knippen dan lopen we de kans dat we de bedoeling van zo’n verhaal uit het oog verliezen. Johannes vertelt dit verhaal na het verhaal over het delen van brood en vis door vijfduizend mannen en door vrouwen en kinderen. Die willen Jezus tot koning maken en dan trekt Jezus zich alleen terug op de berg. Nu is het water in Joodse verhalen de plek van de dood, op het land is het leven en is het veilig, op zee is de dood en is het onveilig. Als Jezus van Nazareth weigert om koning te worden dan wordt het dus nog veel onveiliger, dan gaat het zelfs stormen. Dat Jezus van Nazareth zich door de dood, in dit verhaal het meer, niet laat tegenhouden was achteraf wel duidelijk maar als je het meemaakt kun je er knap bang van worden.
Die angst komt dan ook in alle evangelieverhalen terug en steeds klinkt de boodschap dat je voor de dood, voor het stormende water, niet bang moet zijn, zeker niet met Jezus van Nazareth die door de dood heen gaat. In de andere evangelieverhalen komt Jezus aan boord of ligt hij al aan boord te slapen maar in het verhaal zoals Johannes het verteld krijgt hij de kans niet om aan boord te komen omdat de boot al is waar ze willen zijn. Je komt er dus ook wel zonder koning, zonder leidsman, op grond van je eigen geloof, als je maar niet bang bent voor de dood, dat is de boodschap die Johannes hier vertelt. Want waar gaat het nu allemaal om? Dat blijkt uit het vervolg van het verhaal. Mensen zoeken zo graag hun eigen voordeel, hun eigen gewin. Wat hebben wij er aan als we geloven in God, of in Jezus van Nazareth, of in allebei? Komt Jezus ons dan redden als we in nood zijn? Nee toch?
Ook daar vertelt Johannes ons over. Nadat Jezus de mensen te eten hadden gegeven kwamen ze opnieuw, niet om van hem te leren maar om nieuwe wonderen te zien, zoals we tegenwoordig op de TV kunnen zien met waarzeggers en geestenfluisteraars. Hoe bestaat het dat die mensen alles van je kunnen weten en zich in kunnen laten fluisteren door de geesten van gestorven verwanten, daar heb je wat aan om te geloven. Dat ze trucs gebruiken en de mensen worden opgelicht zie je niet direct. De boodschap van Jezus van Nazareth is anders. Het gaat niet om hem en zijn wonderen, het gaat niet om het voordeel dat je er zelf aan zou kunnen behalen, het gaat er om dat je zelf aan het werk gaat de minsten te helpen, dat is in God geloven, dan pas kom je waar je wezen wil. Laat je door de dood niet afschrikken maar geloof dat de Weg van Jezus van Nazareth de weg is die we allemaal moeten gaan. Voor de hongerenden in Afrika, voor de vluchtelingen op de Middellandse Zee en met al die mensen die op ons wachten en om hulp roepen in de wereld. Daar helpen is pas bidden voor gewas en arbeid.