Op de proef

2 Korintiërs 13:1-13 1 Ik kom nu voor de derde keer naar u toe. U weet: iedere zaak kan met een verklaring van twee of drie getuigen worden beslecht. 2 Welnu, ik heb het tegen degenen die maar bleven zondigen en ook tegen alle anderen al gezegd toen ik de tweede keer bij u was, … Lees meer

U had me moeten aanbevelen.

2 Korintiërs 12:11-21 11 Ik heb me aangesteld als een dwaas, maar u hebt me ertoe gedwongen. U had me moeten aanbevelen. Want ik mag dan onbeduidend zijn, ik doe toch echt niet onder voor die geweldige apostelen van u. 12 Alles wat een apostel tot apostel maakt, heb ik u laten zien: volharding in … Lees meer

Mijn zwakheid.

2 Korintiërs 11:30-12:10 30 Als ik me dan toch op iets moet laten voorstaan, dan laat ik mij voorstaan op mijn zwakheid. 31 De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. 32 Toen ik in Damascus was, liet de etnarch van … Lees meer

Dat ben ik ook.

2 Korintiërs 11:16-29 16 Nogmaals, laat niemand denken dat ik een dwaas ben. Maar mocht u dat toch denken, accepteer me dan ook als een dwaas en sta me toe dat ook ik eens opschep over mezelf. 17 Wat ik nu ga zeggen komt niet van de Heer, het is de grootspraak van een dwaas. … Lees meer

Schijnapostelen

2 Korintiërs 11:1-15 1 Gunde u me maar dat ik een beetje dwaas doe! Vooruit, accepteer het van me, 2 want ik waak over u zoals God over u waakt: ik heb u aan één man uitgehuwelijkt, aan Christus, en ik wil u als een kuise bruid aan Hem geven. 3 Alleen vrees ik dat, … Lees meer

Wij beroemen ons niet

2 Korintiërs 10:12-18 12 We zouden niet durven ons te vergelijken met degenen die zichzelf aanprijzen, laat staan ons aan hen gelijk te stellen. Maar ja, zij nemen zichzelf als maatstaf en zien zichzelf als norm, en tonen daarmee dat ze er niets van begrijpen. 13 Wij daarentegen willen niet buiten onze grenzen treden als … Lees meer

Niet de wapens

1 Ik, Paulus, die me volgens zeggen zo bedeesd gedraag wanneer ik bij u ben en alleen uit de verte flink doe tegen u, ik doe een beroep op u in naam van de zachtmoedigheid en mildheid van Christus. 2 Het ontbreekt mij allerminst aan zelfvertrouwen om, eenmaal bij u, streng te durven optreden tegen … Lees meer

2 Korintiërs 9:1-15

1 Eigenlijk hoef ik u niets te schrijven over de collecte voor de heiligen in Jeruzalem, 2 want ik weet dat u bereid bent mee te doen. Daarom kon ik vol trots tegen de Macedoniërs zeggen: ‘Achaje stond vorig jaar al klaar.’ Uw enthousiasme heeft de meesten van hen tot navolging geprikkeld. 3 Ik stuur … Lees meer

Ook tegenover mensen

2 Korintiërs 8:16-24 16 Ik dank God dat Hij Titus net zo enthousiast over u heeft gemaakt als ik ben. 17 Toen ik hem vroeg opnieuw naar u toe te gaan, bleek dat hij, geestdriftig, daartoe zelf al had besloten. 18 Wij sturen een broeder met hem mee die om zijn werk voor het evangelie … Lees meer

Met vreugde aanvaard

2 Korintiërs 8:10-15 10 In uw eigen belang raad ik u het volgende aan. U hebt al een jaar geleden een begin gemaakt met de collecte, en bovendien toonde u dat u graag wilt meedoen. 11 Rond deze nu dan ook af met dezelfde bereidwilligheid als waarmee u begon, en geef daarbij naar vermogen. 12 … Lees meer

U blinkt in alles uit

2 Korintiërs 8:1-9 1 Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: 2 ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld maar zijn toch, vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede, zeer vrijgevig. 3 Ik verzeker u dat ze … Lees meer

De kleinste

Lucas 9:46-50 46 Ze begonnen onderling te redetwisten over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 47 Jezus wist wat hen bezighield en Hij nam een kind bij zich, dat Hij naast zich neerzette. 48 Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem … Lees meer