Jullie hebben het niet gewild

Matteüs 23:27-39 27  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. 28  Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn. 29  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie … Lees meer

Wat is nu van meer waarde

Matteüs 23:13-26 13 ¶  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. 14 15  Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet … Lees meer

Om door de mensen gezien te worden

Matteüs 23:1-12 1 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen 2  en zei: ‘De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. 3  Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze … Lees meer

Het Tweede daaraan gelijk

Matteüs 22:34-46 34 ¶  Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35  Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36  ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ 37  Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met … Lees meer

Hij is geen God van doden

Matteüs 22:23-33 23 ¶  Diezelfde dag kwamen er Sadduceeën, die beweren dat er geen opstanding uit de dood is, naar hem toe. Ze stelden hem deze vraag: 24  ‘Meester, Mozes heeft gezegd: “Indien iemand kinderloos sterft, moet zijn broer met de weduwe trouwen omdat hij haar zwager is, en voor zijn broer nakomelingen verwekken.” 25  … Lees meer

U kijkt niemand naar de ogen

Matteüs 22:15-22 15 Nu trokken de Farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. 16  Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal Herodianen naar hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht … Lees meer

Ze vergelden goed met kwaad

Psalm 38 1 Een psalm van David, een dringend gebed. 2 Wees niet vertoornd, HEER, straf mij niet, bedwing uw woede, sla mij niet. 3 Diep zijn uw pijlen in mij gedrongen, zwaar is uw hand op mij neergedaald. 4 Door uw toorn is niets aan mijn lichaam nog gaaf, door mijn zonden is niets … Lees meer

Velen zijn geroepen

Matteüs 21:45–22:14 45  Toen de hogepriesters en de Farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak. 46  Ze wilden hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de volksmassa, daar men hem voor een profeet hield. 1 ¶  Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: 2  ‘Het is met … Lees meer

Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen

Matteüs 21:33-44 33 ¶  Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. 34  Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar … Lees meer

Het tumult van de volken

Psalm 116 1 De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, 2  hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. 3  Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. 4  Toen riep ik de naam van de HEER:‘HEER, red … Lees meer

Het tumult van de volken

Psalm 65 1 ¶  Voor de koorleider. Een psalm van David, een lied. 2 U komt de lof toe, God die woont op de Sion, u zult ontvangen wat u is beloofd. 3 U die ons bidden hoort-tot u komt de sterveling. 4 Worden onze zonden mij te zwaar, u neemt weg wat wij misdeden. … Lees meer

Tel de sterren

Genesis 15:1-21 1 ¶  Enige tijd later richtte de HEER zich tot Abram in een visioen: ‘Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.’ 2 ¶  ‘HEER, mijn God, ‘antwoordde Abram, ‘wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik … Lees meer