Ze sloegen hun kruiken kapot
Rechters 7:13–8:3 13 Toen Gideon aankwam, was er juist iemand aan het vertellen wat hij had gedroomd. ‘Wat ik nu toch gedroomd heb!’ zei hij. ‘Een gerstebrood rolde razendsnel rond door het kamp, botste tegen een tent aan en kegelde die omver, zodat hij in elkaar zakte.’ 14 ‘Dat kan niets anders zijn dan het … Lees meer