Micha 1:1-7
1 Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Micha uit Moreset, toen Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden; het visioen dat hij zag over Samaria en Jeruzalem. 2 Luister, volken, allemaal, hoor, aarde en wie haar bewonen, hoe God, de HEER, tegen jullie getuigen zal vanuit zijn heilige tempel. 3 Zie hoe de HEER zijn verblijf verlaat, afdaalt, en over de hoogten van de aarde schrijdt. 4 Onder hem smelten de bergen en splijten de dalen als was dat smelt voor vuur, als water dat van een helling stort. 5 Dit alles gebeurt om Jakobs misdaad, om de zonden van het volk van Israël. Wat is de misdaad van Jakob? Samaria! Wat zijn de offerhoogten van Juda? Jeruzalem! 6 Van Samaria maak ik een ruïne, kale grond, alleen geschikt voor een wijngaard. Zijn stenen stort ik in het dal, zijn fundamenten leg ik bloot. 7 Al zijn godenbeelden worden verbrijzeld, al dat hoerenloon gaat in vlammen op. Al die beelden zal ik vernietigen, want met hoerenloon zijn ze betaald en als hoerenloon zullen ze weer dienen. (NBV)
Vandaag beginnen we te lezen in het boek van de profeet Micha. Die leefde tussen 750 en 700 jaar voor het begin van onze jaartelling, waarbij de geboorte van Jezus van Nazareth in het jaar 0 werd gesteld. Micha leefde in een tijd dat zijn land werd bedreigd door grootmachten in de wereld en voor een deel zelfs werd veroverd. Micha gaf de schuld daarvan aan de leidende klasse. En denk dus niet dat de oproep tot bekering die in de Bijbel wordt gedaan voor individuen is, volgens Micha is het voor volken, voor samenlevingen. Centraal bij Micha staan de Richtlijnen voor de menselijke samenleving uit de Woestijn. Vanuit de Tempel, waar deze richtlijnen werden bewaard als het kostbaarste wat het volk had, gaat de roep de samenleving daar naar in te richten naar de volken uit. De richtlijnen waren ooit door het volk ontdekt in de Woestijn, als je daar niet bereid was alles te delen dan kwam je er niet levend van af.
Die Richtlijnen voor Recht en Liefde, voor Vrede en Rechtvaardigheid gooien alles omver waar anderen in geloven. Niks de rug recht houden om vreemdelingen buiten de deur te kunnen gooien, niks inkomensverhoudingen handhaven om de rijken te kunnen beschermen. Volgens Micha zal alles ten onder gaan aan de kracht van de Richtlijnen uit de Woestijn. De Heer die deze Richtlijnen als een verbond gaf is de werkelijke Heer van de aarde. Micha schaamt zich niet om de offers gebracht aan de afgoden te bestempelen als hoerenloon. Het inkomen van bankdirecteuren en zichzelf verrijkende CEO’s, die wanhopig vasthouden aan een goddeloos beleid, als hoerenloon benoemen gaat zelfs in onze samenleving toch wel erg ver. We moeten er maar aan wennen dat het Bijbelse taal is. Het boek van Micha begint met een lied waarvan we vandaag het eerste deel lezen.
Veel liederen uit de Bijbel zijn later op rijm en op muziek gezet maar het hoerenloon waar Micha over zingt ging toch wel wat ver om met orgelbegeleiding in een kerk te zingen. Toch begint de profeet, die veel onheil zal meemaken en over onheil de waarheid moet gaan zeggen, en profeteren is de waarheid zeggen, met een vrolijk lied. Want het moet toch vrolijk maken te weten dat al die valse goden van goud en beloften kapot geslagen zullen worden onder de macht van Liefde en Recht, onder de kracht van barmhartigheid. Die zekerheid aan het begin zetten geeft hoop. Als we willen komt die zekerheid ooit ook aan het begin van elke nieuwe regering te staan. Het boek van de profeet Micha wordt vaak in de kersttijd gelezen, maar past in het hele jaar, misschien moeten we onze politici wel kerstkaartjes of vakantiekaartjes gaan sturen met teksten uit Micha. Het was een boerenprofeet maar hij spreekt ook voor ons nog steeds de waarheid.