1 Samuel 28:3-14
3 Samuël was inmiddels gestorven. Heel Israël had over hem gerouwd, en hij was begraven in Rama, zijn woonplaats. Daarna had Saul in het hele land een verbod uitgevaardigd op geestenbezwering en waarzeggerij. 4 Toen nu de Filistijnen hun troepen hadden verzameld en waren opgerukt naar Sunem, waar ze hun kamp opsloegen, bracht ook Saul zijn leger op de been en sloeg zijn kamp op in het Gilboagebergte. 5 Maar toen hij het kamp van de Filistijnen zag, greep de angst hem bij de keel. 6 Hij raadpleegde de HEER, maar de HEER gaf geen antwoord: noch in dromen, noch door middel van orakelstenen, noch bij monde van profeten. 7 Daarom beval hij zijn dienaren om voor hem een dodenbezweerster op te sporen. ‘Daar wil ik naartoe gaan om antwoord te vinden op mijn vragen, ‘zei hij. Toen zijn dienaren hem vertelden dat er in Endor nog een dodenbezweerster woonde, 8 vermomde hij zich door andere kleren aan te trekken en ging hij met twee dienaren op pad. Midden in de nacht kwamen ze bij de vrouw aan. ‘Wilt u voor mij de geest van een dode raadplegen?’ verzocht hij haar. ‘Ik zal u zeggen wie u moet oproepen.’ 9 Maar de vrouw antwoordde: ‘U weet toch wat Saul heeft gedaan: hij heeft een streng verbod uitgevaardigd op geestenbezwering en waarzeggerij. Waarom probeert u me in de val te lokken? Wilt u me soms de dood in jagen?’ 10 Maar Saul bezwoer haar bij de HEER dat haar niets zou overkomen. 11 ‘Wie moet ik dan voor u oproepen?’ vroeg ze. ‘Samuël, ‘antwoordde Saul. 12 Zodra de vrouw Samuël zag, slaakte ze een ijselijke kreet. ‘Waarom hebt u me bedrogen?’ vroeg ze aan Saul. ‘U bent Saul zelf!’ 13 ‘Wees niet bang, ‘stelde de koning haar gerust. ‘Maar zeg me, wat ziet u?’ ‘Ik zie een goddelijke gestalte uit de aarde oprijzen, ‘antwoordde ze. 14 ‘Hoe ziet hij eruit?’ vroeg Saul. ‘Het is een oude man, gehuld in een mantel.’ Toen wist Saul dat het Samuël was, en hij knielde neer en boog diep voorover. (NBV)
Als de Filistijnen weer eens massaal oorlog willen voeren wordt David het hoofd van de lijfwacht van de Koning van Gat. Maar hoe vergaat het Saul, de Koning waarvan de God van Israël zijn handen had afgetrokken? Ook Saul verzamelt een leger en slaat zijn kamp op zo ver mogelijk van de Filistijnen vandaan. Die kunnen dus een flink eind door Israël optrekken. Nu wil Saul wel weten wat hij moet doen en hij probeert op allerlei manieren antwoord van God te krijgen. Het staat er nogal terloops, hij kreeg geen antwoord, noch in dromen, noch door middel van orakelstenen, noch door profeten. Maar de hele religieuze gemeenschap van Israël komt hier voorbij. Dromen vinden we ook bij individuele gelovigen en gelovig was Saul. Maar niemand van zijn volk had een boodschap van God gedroomd. De orakelstenen waren de instrumenten van de Priesters om antwoorden van God te geven.
David had een priester met orakelstenen in zijn gevolg. De Priesters bij Saul kregen geen antwoord. En altijd waren er profeten, David had Gad, maar de profeten van Saul kregen geen boodschappen van de God van Israël voor hem. Heel lang is Saul als wat primitief en bijgelovig afgeschilderd omdat hij naar de vrouw in Endor ging waarvan werd gefluisterd dat ze contact zou hebben met de doden. Maar tegenwoordig is het heel gewoon je te laten bedriegen door geestenfluisteraars, sterrenwichelaars en zogenaamde paranormalen die boodschappen van gene zijde doorkrijgen. Saul is wat dat betreft een moderne buitenkerkelijke.
Hij is er ondanks zijn breuk met Samuël toch van overtuigd is dat er meer is tussen hemel en aarde en net als veel mensen die geluk zoeken wil hij zich graag wat wil laten voorspiegelen zonder zich bij een kerkelijke gemeenschap te hoeven aansluiten’. Daar gaat het om de zorg voor de minsten, voor de ander, voor de naaste en het eigen lot veel minder een grote rol speelt. Saul heeft zich vermomd en neemt twee getuigen mee. Na de dood van Samuël was Saul al bang geworden dat allerlei mensen de geest van Samuël zouden gaan raadplegen. Hij liet daarom alle geestenbezweerders en waarzeggers ombrengen. Nu moest hij wel, als niemand hem wilde vertellen wat de God van Israël te vertellen had moest de geest van Samuël dat doen. De vrouw van Endor krijgt gelijk door met wie ze te maken heeft.