Lucas 11:45-54
45 Daarop zei een wetgeleerde tegen hem: ‘Meester, door die dingen te zeggen beledigt u ook ons.’ 46 Maar Jezus zei: ‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan. 47 Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. 48 Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! 49 Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” 50 Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zecharja, die omkwam tussen het brandofferaltaar en het heiligdom. Ja, ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! 52 Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ 53 Toen hij het huis verliet, waren de schriftgeleerden en de Farizeeën uitzinnig van woede; ze begonnen hem over van alles uit te vragen, 54 in een arglistige poging om hem te betrappen op een ongeoorloofde uitspraak. (NBV)
Je moet je weten te verplaatsen in de samenleving waarin Jezus van Nazareth leefde en zijn boodschap verspreidde. Dat is niet zo moeilijk als het lijkt. We kennen het verschil tussen de Joodse “Wet” en de Romeinse “Wet” in de Joodse “Wet”, de leer van Mozes, gaat het om de mensen die op een respectvolle, liefdevolle en rechtvaardige manier met elkaar moeten samenleven. Bij de Romeinse “Wet” ging het om helder op schrijven wat wel en wat niet mag. Aangezien Jezus van Nazareth de liefde voor de mensen voorop stelde kwam hij steeds in conflict met mensen die voor elke situatie precies wisten hoe wel of hoe niet te handelen overeenkomstig de Wet. Wetgeleerden schreven daarover.
Als je precies weet hoe wel of juist hoe niet te handelen dan moet je dat ook bewijzen. De richtlijnen die je terug vindt in de Bijbel, vooral de eerste vijf boeken, zijn voor sommigen ook een vindplaats voor bewijzen. Ook het leven en de uitspraken van voorbeeldige gelovigen, bijvoorbeeld de profeten, lenen zich voor bewijsplaatsen van je eigen gelijk. De traditie van je voorouders is ook een manier om te bewijzen dat je gelijk hebt omdat het altijd al zo gedaan wordt. Daar gaat Jezus van Nazareth in dit gedeelte tegen te keer. De profeten waar naar gewezen wordt werden door de voorouders gedood. Je kunt er dan wel monumenten voor oprichten maar daarmee wordt de traditie niet betrouwbaarder.
Als je zo graag de traditie wil volgen dan moet je ook rekenschap geven van de misdaden die door die traditie zijn gepleegd. Onze zwarte Piet discussie is daar misschien wel een voorbeeld van. We verheerlijken Zwarte Piet maar vergeten het bloed dat door slavenhandelaren en slaveneigenaars is vergoten. Ook die horen bij onze Nationale Traditie. Wij worden ter verantwoording geroepen voor het voorstellen van de zwarte die geen goed Nederlands spreekt, die graag de clown uithangt en altijd de knecht is van de witte heilige die beslist over goed en kwaad. Maar wat is goed en wat is kwaad. Daar kun je eindeloos over discussiëren. De mensen die liefde nodig hebben verdrinken ondertussen of gaan dood van honger. Vanuit de liefde antwoordde Jezus zijn tegenstanders, die hem dan ook niet konden betrappen op een ongeoorloofde uitspraak. Laat ook wij leven vanuit liefde en respect voor de ander, hoe anders die soms ook kan zijn.