Jakobus 5:7-12
7 Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. 8 Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen. 9 Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat. 10 Neem een voorbeeld aan het geduldige lijden van de profeten die in de naam van de Heer spraken. 11 Degenen die standhielden prijzen we gelukkig! U hebt gehoord hoe standvastig Job was, en u weet welke uitkomst de Heer gaf; de Heer is immers liefdevol en barmhartig. 12 Maar bovenal, broeders en zusters, zweer geen enkele eed, niet bij de hemel, niet bij de aarde, nergens bij. Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee, anders zult u ervoor gestraft worden. (NBV)
Wie het lijden ziet dat mensen wordt aangedaan kan zich nauwelijks voorstellen dat je geduld zult willen hebben tot het vanzelf overgaat. Daar gaat het Jacobus dan ook niet om. Maar gewelddadig verzet tegen het Romeinse Rijk werd als absoluut zinloos ervaren. Niet zomaar trouwens want de vele opstanden die het jaar 70 vooraf waren gegaan waren telkens bloedig neergeslagen. Daarbij waren ook onschuldigen het slachtoffer geworden. In navolging van Jezus van Nazareth wilden de eerste Christenen dat geweld en vooral het tegengeweld van de overheid vermijden. In het jaar 70 kregen ze dubbel gelijk toen de Tempel verwoest werd en de bevolking verspreid over het Romeinse Rijk. De eerste Christenen leefden bovendien in de stellige overtuiging dat Jezus van Nazareth snel zou terugkeren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zou meebrengen. Zo is het na al die eeuwen niet gegaan.
Maar de voorbeelden die Jacobus aandraagt kunnen ook ons inspireren. Wij kennen mensen als Ghandi en Marten Luther King die geweldloos grote veranderingen in hun samenlevingen tot stand brachten. Ook van profeten als Jesaja en Jeremia werd verteld dat zij zich hadden verzet tegen pogingen van de kleine koninkrijkjes uit hun tijd zich te verzetten tegen wereldmachten. Het verhaal van Job is misschien nog het meest duidelijk. Ondanks het feit dat hij alles kwijt raakte, tot zijn gezondheid toe, bleef hij zich verzetten tegen het idee van zijn vrienden dat hij dat aan zichzelf te wijten had. Zo zou God niet oordelen en uiteindelijk bleek hij gelijk te hebben. Ook vandaag zijn natuurrampen en ziekten niet de schuld van hen die het overkomt maar een test in liefde. Blijven we vertrouwen op de God van Israël? Steken we bij rampen en bij ziekten de hand uit naar de slachtoffers?
Het is dus goed om te leven alsof Jezus van Nazareth elke dag terug zou kunnen komen. Als wij ons bezig houden met de zorg voor de naaste, met het onze naaste lief te hebben als onszelf, dan zijn we al bezig met die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, dan bereiden we daar als het ware de weg voor. Zo is het ook met de raad om geen eden meer te zweren. Als wij iets doen, iets beloven of iets beweren dan hebben we daar geen goden voor nodig, zelfs niet de God van Israël. Waar wij voor staan daar staan we voor, ons ja is ja en ons nee is nee. Betrouwbaarheid is een eigenschap van elke gelovige die de betrouwbare God van Israël wil navolgen, de God waarvan geschreven staat dat zijn hand nooit zal laten varen het werk dat hij is begonnen. Zo betrouwbaar zijn wij ook, temeer omdat we er elke dag opnieuw weer mee mogen beginnen. Ook vandaag weer.