Zacharia 11:1-6
Er was kennelijk een conflict ontstaan met de Libanon, het gebied dat ten noorden van Israel ligt. De profeet ziet dat het gelijk in dat conflict aan de kant van Israel ligt. Denk niet dat de profeet dat nu eenmaal zegt omdat hij zelf tot het volk behoort want zo zit het niet met profeten. Die roepen namelijk net zo gemakkelijk het onheil af over het eigen volk als dat fout zit. In dit geval worden de vijanden vergeleken met vee. Het wordt geweid, vetgemest en verkocht. Zo ga je met je vijanden om. God komt er niet aan te pas in dit soort conflicten. Wij hebben vaak de neiging om conflicten tussen mensen aan God toe te schrijven. Waarom staat God bloedbaden als nu weer in India toch toe? Waarom staat God toe dat het geweld in Israel en Palestina geen eind kent? Waarom kent de geschiedenis van de mensheid, oppervlakkig bekeken, niet anders dan oorlog en geweld? De mensen zijn aan elkaar en aan hun koningen uitgeleverd zegt de profeet. Als mensen oorlog willen maken dan moeten ze hun gang maar gaan. Ze moeten zich wel afvragen aan wiens kant ze gaan staan. Maar als ze oorlog willen voeren en er zelfs rijk van willen worden moeten ze dat zelf weten. Propageert de profeet in dit gedeelte het voeren van oorlog? Natuurlijk niet. Oorlog gaat gepaard met verdriet en ellende en in dit Bijbelgedeelte is het gehuil en het gebrul niet van de lucht. Verwoest worden de lustoorden en de trots van de Jordaan. Oorlog gaat immers nooit zonder schade en zonder verwoesting. Maar je hebt zelf de keuze of je oorlog wil voeren of niet. Soms weet je dat niet eens. Wie weet nu dat die oorlog in de Democratische Republiek Congo gaat om een grondstof die in onze mobiele telefoons zit? Wij hebben onze telefoonproviders toch niet gevraagd oorlog te gaan voeren om die grondstof zo goedkoop mogelijk in handen te krijgen? De profeet heeft het over schapen die geweid mogen worden, wij hebben het daar niet over gehad. Maar er zijn inmiddels handtekeningakties gestart om fabrikanten van mobiele telefoons te vragen geen grondstoffen meer te gebruiken die uit de Demokratische Republiek Congo afkomstig zijn. Alleen generaals en wapenleveranciers verdienen nog iets aan de grondstoffen die daar gewonnen worden. Want de mensen die er werken worden als slaven behandeld en sterven als vliegen. Stoppen met de koop uit dat land betekent niet dat je daar de armsten treft omdat ze dan helemaal niets meer verdienen. Misschien dat ze de armsten wel vrij laten omdat ze anders meer kosten dan dat ze opleveren. In elk geval lopen wij niet meer met bloed aan onze oren als we mobiel bellen. Misschien zijn we niet in de gelegenheid om mee te tekenen maar we kunnen wel vragen om mobiele telefoons zonder grondstoffen uit dat Afrikaanse land. De slachtoffers van die oorlog zijn namelijk ook aan ons uitgeleverd. Aan ons dus de keus.