Leviticus 4:27-35
27 Als iemand anders uit het volk onbedoeld zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, 28 moet hij, zodra hij beseft wat hij misdaan heeft, als reinigingsoffer een geit zonder enig gebrek aanbieden. 29 Hij moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten op de plaats waar de dieren voor het brandoffer geslacht worden. 30 De priester strijkt met zijn vinger wat bloed van het offerdier aan de horens van het brandofferaltaar. De rest van het bloed giet hij uit aan de voet van het altaar. 31 Al het vet moet hij verwijderen, zoals ook met het vet van het vredeoffer gedaan wordt, en hij moet het op het altaar verbranden als een geurige gave die de HEER behaagt. Zo voltrekt de priester voor de persoon in kwestie de verzoeningsrite, en krijgt deze vergeving. 32 Wie een schaap als reinigingsoffer aanbiedt moet een vrouwelijk dier nemen zonder enig gebrek. 33 Hij moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het als reinigingsoffer slachten op de plaats waar de dieren voor het brandoffer geslacht worden. 34 De priester strijkt wat bloed van het offerdier aan de horens van het brandofferaltaar, en de rest van het bloed giet hij uit aan de voet van het altaar. 35 Al het vet moet hij verwijderen, zoals ook met het vet van het schaap voor het vredeoffer gedaan wordt, en hij moet het verbranden op het altaar, samen met de andere offergaven voor de HEER. Zo voltrekt de priester voor de persoon in kwestie de verzoeningsrite voor wat hij misdaan heeft, en krijgt deze vergeving. (NBV)
Iedereen maakt wel eens een fout. Iedereen doet wel eens iets dat volgens de richtlijnen voor de menselijke samenleving niet gedaan had moeten worden. Is dat erg ook al is het onbedoeld? Wij zouden zeggen ach iedereen maakt wel eens fouten dus zand er over en verder gaan. Het heeft geen zin te treuren over verspilde melk. De Bijbel geeft een ander antwoord op de vraag of het erg is. De Bijbel zegt dat het inderdaad erg is. Van fouten moet je leren en je moet verder gaan zonder ze nog een keer te maken. Ja zelfs zo dat je leert ook andere fouten te vermijden. Daarom is er een offer nodig. Een geit of een schaap.
Niet het allerduurste maar de Bijbel gaat er eigenlijk van uit dat een volk maar weinig of geen rijken kent. Men deelt immers alles met elkaar en vooral met hen die te weinig hebben. Dat offer is een serieuze zaak en je moet het ook beschouwen als herstel van wat fout is gegaan. Voor je het weet doe je het om te laten zien hoe goed je wel niet bent in plaats van te laten zien hoe vreselijk je het vindt dat je zelfs onbedoeld foute maakt. En je blijft fouten maken als je offert omdat het zo goed godsdienstig staat. Bij een schaalcollecte wordt er meer opgehaald dan bij een kerkenzak, daarom horen schaalcollecten niet in de kerk thuis.
In het Hebreeuws heet een dergelijk offer overigens een korban. Dat was nauwelijks in het Grieks over te zetten. Een offer aan God is immers niet bestemd om God in leven te houden zoals de Heidenen geloofden. Van die God van Israël bestaat niet eens een beeld. Maar een korban brengen staat wel vroom en als je een stier, een bok, een geit of een schaap, of het geld om dat te kopen als korban hebt bestemd mag niemand er meer aankomen en kun je voortdurend zeggen dat het een korban is, een offer om weer vrede met God te sluiten. Jezus van Nazareth zou ons leren dat het echt gaat om anders te leven en niet om vroom te lijken. Hij wees de farizeeën er eens op dat hun ouders verhongerden omdat ze alles tot korban hadden bestemd. In deze 40 dagen tijd mogen ook wij ons afvragen of we er vroom willen uitzien of de weg van delen, de weg van God willen gaan.