Leviticus 4:1-12
1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Soms zondigt iemand onopzettelijk tegen een van de geboden van de HEER en doet hij onbedoeld iets dat niet toegestaan is. 3 Als de gezalfde priester zo’n misstap begaat en schuld op het hele volk laadt, moet hij als reinigingsoffer een stier zonder enig gebrek aan de HEER aanbieden. 4 Hij moet de stier naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten. 5 Daarna neemt hij een deel van het bloed van de stier en gaat daarmee de ontmoetingstent binnen. 6 Hij moet zijn vinger in het bloed dopen en het ten overstaan van de HEER zevenmaal in de richting sprenkelen van het voorhangsel dat de heilige ruimte afschermt. 7 Hij strijkt ook wat bloed aan de horens van het reukofferaltaar dat in de ontmoetingstent staat, in de nabijheid van de HEER. De rest van het bloed giet hij uit aan de voet van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat. 8 Al het vet van de stier die als reinigingsoffer wordt aangeboden, moet hij weghalen: het vet rond de buikholte en het vet aan de ingewanden, 9 de beide nieren met het niervet bij de lendenspieren, en de kleinste lob van de lever, die hij tegelijk met de nieren moet verwijderen. 10 Dat moet hij weghalen, zoals ook bij het rund voor het vredeoffer gedaan wordt. Daarna verbrandt hij dit alles op het brandofferaltaar. 11 Maar de huid van de stier en al het vlees moeten, net als de kop, de poten, de ingewanden en hun inhoud, 12 buiten het kamp worden gebracht, naar de plaats waar de as van de offers wordt gestort. Daar, op die reine plaats, moet dit alles op een houtvuur verbrand worden. (NBV)
Lastig is het, al die regels ook. Weet je op elk moment de juiste beslissing te nemen? Natuurlijk niet. Achteraf blijkt soms dat je anders had moeten beslissen en dat je de regels van de God van Israël niet bent gevolgd maar dat je onbedoeld een andere weg bent ingeslagen. Dat overkomt iedereen wel eens. De God van Israël is zich daarvan bewust en geeft ons de gelegenheid terug te keren naar zijn weg. Je hoeft zelfs niet te denken dat eenvoudige lieden onbewust de meeste fouten maken en dat het leven voor hen steeds ingewikkelder wordt gemaakt. De Bijbel geeft troost: zelfs de meest godsdienstige onder volk maakt onbewuste fouten, ook de hogepriester maakt zich daaraan schuldig.
De manier om terug te keren is te laten zien dat je niet gehecht bent aan je bezit, niet begeert om nog rijker te worden maar dat je bereid bent om te delen, om dat wat je hebt te beschouwen als van God gekregen. Die hogepriester kan zich daarom er niet van af maken met een klein offertje. Zo van een hogepriester zal nooit een zware fout maken tegen de regels en hoeft dus ook niet een zwaar offer te brengen om het weer goed te maken. Niks daarvan. De hogepriester die onopzettelijk tegen een van de regels van de God van Israël heeft gezondigd mag dat weer goed maken door het duurste offer dat er in het volk denkbaar is. Een stier zonder enig gebrek mag hij slachten. Zo maar ondanks het feit dat de overtreding onopzettelijk was, terwijl hij er eigenlijk niks aan kon doen. En moet iedereen dat dan weten? Je ziet de hogepriester een stier slachten en offeren. Op zich is dat geen vreemd gezicht.
Priesters helpen elke dag met offeren. Maar nu komt er iets bijzonders. Met het bloed van het dier, waarin immers het leven was gelegen gaat hij het Heilige van de Tent der Ontmoeting binnen. Daar mogen alleen Priesters komen die daar dan ook een reukoffer brengen. De Hogepriester moet nu laten zien hoe belangrijk hij het vindt om zich aan de regels van God te houden. Het bloed gaat in de richting van de Ark van het Verbond, de samenvatting van de regels die het allerheiligst zijn. Daar komt dus het leven vandaan. Dan smeert hij wat bloed aan de horens van het reukaltaar. Misdadigers die op de vlucht waren konden zich in veiligheid brengen door de horens van het altaaar te grijpen. Zo brengt de hogepriester zich in veiligheid. Zo kunnen wij ons bewust maken van het belang van de regels die God heeft gegeven voor een menselijke samenleving. Telkens weer mogen we opnieuw de Tora, de gerechtigheid, leven en voorleven. Elke dag opnieuw, wat we ook verkeerd hebben gedaan.