Jeremia 5:1-14
1 ‘Zwerf door de straten van Jeruzalem, vraag na, kijk om je heen, zoek op de pleinen of er iemand is die rechtvaardig handelt, die naar eerlijkheid streeft, dan zal ik Jeruzalem vergeven. 2 Als zij zweren: “Zo waar de HEER leeft, ”plegen zij niets dan meineed.’ 3 ‘HEER, u wilt toch dat ze eerlijk zijn? U sloeg hen, maar het raakte hen niet. U bracht hen aan de rand van de afgrond, zij weigerden van die straf te leren. Zij gingen onverdroten voort en weigerden terug te keren. 4 Ik dacht: Het zijn maar eenvoudige mensen, veel kennis hebben ze niet. Zij weten niet wat de HEER van hen vraagt, zijn niet bekend met het recht van hun God. 5 Ik zal me tot hun leiders richten, zij weten beslist wat de HEER van hen vraagt, zij zijn bekend met het recht van hun God. Maar ook zij hebben het juk gebroken, hoog en laag heeft zijn riemen losgerukt. 6 Daarom werden ze gedood door leeuwen uit het bos, verscheurd door wolven uit de steppe, daarom loerden panters op hun steden. Ieder die zich buiten waagde, werd verscheurd. Niet te tellen zijn hun misdaden, hun ontrouw bleek talloze malen.’ 7 ‘Waarom zou ik jullie vergeven? Jullie kinderen hebben mij verlaten, zij zwoeren bij wat geen goden zijn. Ik schonk hun overvloed, maar zij pleegden overspel, bij hoeren zijn ze kind aan huis. 8 Het zijn bronstige, hitsige hengsten, ze hinniken allen naar andermans vrouw. 9 Zou ik zo’n volk niet straffen? -spreekt de HEER. Zou ik mij niet wreken op een volk dat zoiets doet? 10 Bestorm de wijnterrassen, vertrap ze, maar vernietig ze niet helemaal. Ruk de ranken af, ze behoren de HEER niet toe. 11 Want Israël en Juda hebben mij bedrogen-spreekt de HEER. 12 Ze hebben de HEER niet ernstig genomen, ze zeiden: “Zo doet hij niet, ons zal geen onheil treffen, zwaard en honger blijven ons bespaard. 13 De profeten? Wind zijn ze, ze spreken niet de woorden van de HEER. Laat dat onheil hén maar treffen.” 14 Daarom-dit zegt de HEER, de God van de hemelse machten: Omdat zij dit durven te zeggen, maak ik dit volk tot brandhout, maak ik mijn woorden in jouw mond tot een vlam die hen verslindt. (NBV)
Niemand wil graag horen dat er een ramp op komst is. We doen liever alsof we ons gemakkelijke leven nooit hoeven op te geven. Voor de Tweede wereldoorlog stuurde de regering uit Duitsland gevluchte Joden weer terug. In onze dagen hebben we daar ook een voorbeeld van. Dat we ons klimaat aan het verknoeien zijn door onze overmatige consumptie en verkeerde productie wordt door een aantal klimaatdrammers ontkent. Alleen de grote meerderheid van wetenschappers weten steeds weer uit te leggen en voor te rekenen dat ijskappen niet zo maar smelten, dat gletsjers niet zo maar kleiner worden en dat die veranderingen ook op de lange termijn gevolgen zullen hebben.
Het lijkt soms op de dialoog die Jeremia aangaat met zijn God. Die God heeft gewezen op de gevolgen van het leven in Jeruzalem. De armen worden arm gehouden de vreemdelingen mogen slavenarbeid verrichten en op elke straathoek staat een beeld van een afgod. Toch roepen ze plechtig dat de God van Israël hun heer is. Ze huichelen, Baäl betekent ook Heer en die roepen ze net zo vaak, of nog vaker aan. Die Baäl vraagt alleen offers, prachtig opgemaakt, broden, wijn, vruchten, het staat mooi en kost weinig. Echt zorgen voor de armen, de vreemdelingen recht verschaffen is veel duurder, kost bovendien nog een heleboel tijd die je dan niet in genot kan doorbrengen.
De inwoners van Juda, van Jeruzalem zouden een zeer harde les te verduren krijgen. Ze worden in ballingschap gevoerd. Wij hebben geen vijanden zoals zij, geen wereldmachten zoals dat kleine Israël had. Wij maken van Europa een wereldmacht. Ze zullen wel uitkijken ons land te veroveren. Maar dat hoeven ze ook niet. Als wij gewoon doorgaan met alleen maar genot te vragen, als we de armen armer maken en de rijken buiten beschouwing laten dan zal het water ons de rijkdom ontnemen. Dan ligt het strand bij Amersfoort. Dan kunnen we nog zo comfortabel bij een wereldrijk horen helpen doet het niet. Het kan anders. Door anders te produceren is de zure regen verdwenen, door de drijfgassen te verbieden is de ozonlaag weer hersteld. Als stoppen met de uitstoot van CO2 zal de opwarming van de aarde ophouden. Laat de woorden van de klimaatprofeten een vlam worden die de genotzoekers verslindt.