Ester 1:13-22
13 Hij wendde zich tot de wijzen, die kennis bezaten van het verleden. De koning was namelijk gewoon zijn zaken voor te leggen aan al zijn wets- en rechtsgeleerden. 14 Zijn meest vertrouwde raadsheren waren Karsena, Setar, Admata, Tarsis, Meres, Marsena en Memuchan, de zeven rijksgroten van Perzië en Medië; zij hadden vrij toegang tot de koning en bekleedden de hoogste posten in het rijk. 15 ‘Wat zegt de wet?’ vroeg de koning. ‘Wat moet er gebeuren met koningin Wasti, nu ze geen gehoor heeft gegeven aan het koninklijk bevel dat haar door de eunuchen is overgebracht?’ 16 Daarop verklaarde Memuchan ten overstaan van de koning en de rijksgroten: ‘Niet alleen tegenover de koning heeft koningin Wasti zich misdragen, maar ook tegenover alle rijksgroten en alle volken in de provincies van koning Ahasveros. 17 Immers, wat de koningin heeft gedaan, zal alle vrouwen ter ore komen en hen ertoe aanzetten hun echtgenoten te minachten. Ze zullen zeggen: “Koning Ahasveros gaf bevel om koningin Wasti bij hem te brengen, maar ze kwam niet.” 18 Nog vandaag zullen de vrouwen van alle rijksgroten van Perzië en Medië, zodra ze hebben gehoord wat de koningin heeft gedaan, zich hierop beroepen tegenover hun echtgenoten, en dat zal leiden tot veel minachting en ergernis. 19 Als het de koning goeddunkt, laat hij dan een koninklijk besluit uitvaardigen dat schriftelijk in de wetten van Perzië en Medië wordt vastgelegd, zodat het niet kan worden herroepen. Hierin moet bepaald worden dat Wasti koning Ahasveros niet meer onder ogen mag komen en dat de koning haar koninklijke waardigheid aan een ander zal geven, die beter is dan zij. 20 Als in het hele rijk-en dat is groot! bekend wordt dat de koning een dergelijke verordening heeft uitgevaardigd, dan zullen alle vrouwen, van de hoogste tot de laagste, hun echtgenoten met respect bejegenen.’
21 Het voorstel van Memuchan vond instemming bij de koning en de rijksgroten, en de koning volgde het op. 22 Hij stuurde brieven naar alle provincies van zijn rijk, naar elke provincie in haar eigen schrift en naar elk volk in zijn eigen taal. Daarin stond dat iedere man thuis heer en meester moest zijn, en ook dat hij de taal van zijn eigen volk moest spreken. (NBV)
Dat het een wet is van Meden en Perzen is zelfs in ons taalgebruik een spreekwoord geworden. Merkwaardigerwijze wordt er mee bedoeld dat het een onveranderlijke, onaantastbare wet is geworden. Niet zoals dat hier in het verhaal over Ahasveros en Wasti staat :een wet van Heidenen en Heersers. Want dat is het natuurlijk wel. Al die mannetjes voelen zich behoorlijk genomen. Wijzen worden ze genoemd en als je er een toneelstuk van zou maken kon er op dat moment in het stuk hartelijk worden gelachen door het publiek. Die Koningin Wasti had niet alleen de Koning tuk, ze had al die rijksgroten en belangrijke mannetjes tuk, als alle vrouwen haar voorbeeld zouden volgen dan zou er geen mannenmacht meer overblijven.
Je zou toch bijna zeggen dat mensen die mee willen doen met het verhaal van Israel en van Jezus van Nazareth, die geloven in God en zijn Bijbel zoals ze ook wel zeggen, zouden weten dat de wetten van heersers als Ahasveros vals en onwaar zijn. Merkwaardig is dan toch op te merken dat mannen die het hardste roepen dat ze nog de taal van de Bijbel spreken en zich aangevallen te voelen door iedereen die daaraan afbreuk wil doen, de mannen van de Staatkundig Gereformeerde Partij bijvoorbeeld, de Heidense wet van Ahasveros tot Goddelijke Wet hebben verheven en vrouwen buiten de politiek willen houden. Koningin Wasti heeft al helemaal in het begin van het carnavalsverhaal duidelijk gemaakt dat die mannetjes en heren helemaal niet kunnen zonder verstandige vrouwen. Ze maakt duidelijk dat vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen. Die mannen hebben een Wet met een hoofdletter nodig om hun macht tot uitdrukking te brengen.
De vrouwen hebben slechts een woord van drie letters nodig: NEE!. Volgens dit verhaal moest elke man de taal van zijn eigen volk spreken. Vrouwen hoefden helemaal niet te spreken, in stilte schudden met het hoofd van nee is meer dan voldoende. Het moet ook een waarschuwing voor vrouwen zijn. Eeuwenlang immers doen mannen al of de Wet van Ahasveros ook de Wet van God is. Vrouwen laten zich dat maar al te gemakkelijk gezeggen. Ze zouden vandaag van Wasti moeten leren dat elke wet die vrouwen uitsluit of tot minder verklaard een Heidense en Goddeloze wet is. Koning Ahasveros zocht inmiddels een betere vrouw en wij weten dat in een volgende akte in het spel ene Ester haar entree zal maken. Zal die dan wel gehoorzaam zijn? Of zal die Esther een eigen politieke betekenis krijgen in het verhaal. Het carnavalsverhaal uit de Bijbel leest als een vervolgverhaal, het blijft spannend.