Genesis 46:8-27
Wie goed telt komt tot 69 personen. Toch staat er 70. Dat is mooi voor mensen de de Bijbel letterlijk nemen omdat de Bijbel anders niet geloofd kan worden. Die mensen kunnen dus ophouden te geloven. Voor mensen die de Bijbel lezen als een geloofsverhaal ligt dat anders. Dan gaat het niet om de letterlijke tekst of de vraag of dit historisch wetenschappelijk ook vaststaat maar om wat de boodschap is. Zeventig is daarbij een bijzonder getal. Toen de Bijbel in het Grieks vertaald werd, omdat veel Joden in Griekssprekende gedeelten rond de Middellandse zee woonden, werd de legende geboren dat die vertaling door 70 mensen in 70 dagen voltooid werd. Het getal 70 kom je ook in andere gedeelten van de Bijbel tegen. Zo zouden er 70 volken geweest zijn. Eigenlijk zegt dat getal ons dat alle mensen van de hele wereld er deel aan hebben. Zo komt Jacob met alle mensen van de hele wereld in Egypte. Dat zal er niet letterlijk mee bedoeld zijn. Maar doordat het volk Israel een kans tot overleven kreeg kregen alle mensen op de hele wereld later de kans zich te wenden tot Jeruzalem zoals de Bijbel dat noemt, kregen alle mensen van de hele wereld de kans mee te gaan doen met de Wet van je naast liefhebben als jezelf. Joodse Rabijnen die ook geconfronteerd werden met de vraag wie nu nummer 70 was uit dit Bijbelgedeelte gaven als uitleg dat met nummer 70 God zelf bedoeld werd. God trok immers mee met Jacob naar Egypte. En dat is natuurlijk ook een mooie uitleg. Dan mogen we immers ook geloven dat God ook met ons meetrekt waarheen we ook gaan. Maar hebben al die namen die genoemd worden dan ook nog een boodschap? Elke naam vertelt een verhaal. Het verhaal over de belofte van God om van Israel een groot volk te maken en deze lijst is al langer dan die van Abram toen die uit Ur der Chaldeeën vertrok. Het wordt dus wat met dat volk. Het gedeelte van vandaag begint niet voor niets met dezelfde woorden als het boek over de uittocht uit Egypte Exodus. Maar sommige namen vertellen een eigen verhaal. Zo zou Sau,l de zoon van de vrouw uit Kanaän, een zoon zijn van Simeon en Dina, halfbroer en halfzuster die met elkaar getrouwd waren omdat Dina door mannen uit Kanaän was verkracht. Simeon en Levi hadden daarop alle mannen uit de stad van de verkrachters vermoord. Ook Perez en Zerach de zonen van Juda en Tamar worden genoemd. Goed en kwaad, alles gaat mee naar het land van de levenden, dat later het land van dood en slavernij zal blijken te zijn en waar God zijn volk uit zou bevrijden. Ook wij hoeven ons dus niet door ons verleden te laten weerhouden om op weg te gaan naar het Koninkrijk van God, God zal ons bevrijden, God zal met ons mee gaan, het enige dat we hoeven te doen is onze naaste lief te hebben als onszelf.