Openbaring 13:1-10
1 Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. 2 Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over. 3 Een van de koppen van het beest zag eruit alsof hij geslacht was; het was een dodelijke verwonding, maar de wond genas. Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. 4 Iedereen aanbad de draak, omdat hij het beest gezag had gegeven. Ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?’ 5 Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang.6 Het opende zijn bek en lasterde God, zijn naam en zijn woning en hen die in de hemel wonen. 7 Het mocht de strijd met de heiligen aanbinden en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal. 8 Alle mensen die op aarde leven zullen het beest aanbidden, iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is. 9 Wie oren heeft, moet horen. 10 Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen. (NBV)
Het kwaad doet zich voor in allerlei gedaanten. Ook in onze dagen kennen we dat. De herinnering aan het Nazirijk met haar gaskamers en haat tegen alles wat Joods was leeft nog voort. Maar in dezelfde tijd leefde ook de dictatuur van de zich communist noemende Stalin met zijn werkkampen waar de dood heerste. En in onze dagen was de dictator van Libië nog nauwelijks verdreven of ons werden de misdaden van de dictator van Syrië onthuld. Dat terwijl het proces over de onderdrukkers van Cambodja, met de beruchte killing fields, nog nauwelijks achter de rug is. Daniël beschreef de onderdrukkers van zijn tijd als vier dieren die uit de zee opkwamen. De leeuw, de beer, de panter en het dier met de tien horens. Johannes voegt de dieren samen tot één dier, het Romeinse Rijk, dat de ene zogenaamd goddelijke keizer laat opvolgen door de andere.
Na de zelfmoord van Keizer Nero verkeerde het Romeinse Rijk een korte tijd in verwarring. Er kwamen een aantal keizers die als tussenkeizer regeerden tot Keizer Vespasianus aantrad die het Keizerrijk een dynastie bezorgde en het keizerschap weer een goddelijk aanzien gaf. De kop met de dodelijke verwonding had zich hersteld schrijft Johannes dan. De zee waaruit het beest of de beesten waren voortgekomen was het dodenrijk, de zee was in de Joodse beleving altijd al het symbool van de dood, in heel de Hebreeuwse Bijbel kun je daar de voorbeelden van terugvinden. Met Keizer Vespasianus breekt er ook een tijdperk van vrede aan in het Romeinse Rijk en de mensen aanbaden met graagte deze Keizer en zijn opvolgers om maar rust te blijven houden. Alleen die halsstarrige Christenen deden er niet aan mee.
Johannes spreekt die halsstarrige Christenen moed in. Het maakt niet uit wat je overkomt, je hoeft het niet te zoeken wat sommigen doen, als je wat overkomt dan was dat al voor je weggelegd. Waar het op aan komt is niet dat je martelaar wordt voor het geloof in die nieuwe wereld van Jezus van Nazareth maar dat je standvastig blijft en trouw aan de idealen die dat nieuwe rijk met zich mee heeft gebracht. En aangezien alle gelovigen heiligen zijn hoeft er niemand meer heilig verklaard te worden laat staan dat iemand een ander mens zou moeten aanbidden. Het blijft duidelijk dat de richtingwijzers van de God van Israël gevolgd moeten worden, heb je naaste lief als jezelf, niemand is beter of belangrijker dan een ander, aan de samenleving moet iedereen kunnen meedoen en het verschil tussen Jood en Heiden, arme en rijke, man en vrouw, homo en hetero, allochtoon en autochtoon is weggevallen. Dat gelovigen in die samenleving bespot en vernederd worden neemt niet weg dat we er elke dag opnieuw voor mogen kiezen, ook vandaag weer.