Openbaring 9:13-21
13 Toen blies de zesde engel op zijn bazuin. Uit de vier horens van het gouden altaar dat voor God staat, hoorde ik een stem 14 die tegen de zesde engel met de bazuin zei: ‘Maak de vier engelen los die bij de grote rivier de Eufraat gevangen zitten.’ 15 De vier engelen werden losgemaakt; ze waren gereedgehouden om juist op dit uur van deze dag, in deze maand van dit jaar, een derde deel van de mensen te doden. 16 Het aantal ruiters van de bereden troepen-ik hoorde hoeveel het er waren-bedroeg tienduizend maal tienduizenden. 17 Zo zagen de paarden en de ruiters in het visioen eruit: hun borstpantsers waren vuurrood, violet en zwavelgeel; de hoofden van de paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun mond kwamen vuur, rook en zwavel. 18 Een derde deel van de mensen werd gedood door deze drie plagen, het vuur, de rook en de zwavel die uit hun mond kwamen. 19 Want de kracht van de paarden zat in hun mond en in hun staart. Die staarten hadden koppen en leken net slangen; daarmee richtten ze onheil aan. 20 Maar de andere mensen, die deze plagen overleefden, keerden zich niet af van hun zelfgemaakte goden. Ze bleven die goden aanbidden en de beelden van goud, zilver, brons, steen en hout, die niet kunnen horen of zien en zich niet kunnen verroeren. 21 Evenmin braken ze met hun leven van moord en toverij, van ontucht en diefstal. (NBV)
In deze dagen voor Kerstfeest staat op het leesrooster van het Nederlands Bijbelgenootschap het boek Openbaring. In het gedeelte dat we de afgelopen dagen lazen en dat we vandaag vervolgen gaat het over weeën. Dat meervoud wordt door geleerden vaak niet gebruikt. Ze hebben het dan over de eerste wee die over het lijden ging en vandaag over de tweede wee die over de dood gaat. Maar dat meervoud zet ons op het spoor van het antwoord op de vraag waar dit eigenlijk over gaat. Het gaat over de geboorte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En dat geboorte weeën gepaard gaan met lijden en het gevoel dat je dood gaat kan elke vrouw bevestigen. Je zou bijna zeggen dat al die mannen die dit gedeelte moeten uitleggen er goed aan doen eens een geboorte van een kind bij te wonen.
,
De legers die een derde van de mensen moesten doden werden daartoe pas in de gelegenheid gesteld toen God daarvoor de opdracht gaf. Vier engelen voerden ze aan en in de Bijbel God lezen. De legers die zij aanvoeren zijn overigens zo groot dat ze niet te tellen zijn. Het is meer dan veel zegt Johannes hier eigenlijk. Nu even niet denken dat God in de hemel zo maar even besluit om een derde van de mensen uit te roeien. Die twee derde zijn in dit verhaal net zo belangrijk. Zij zijn getekend met het zegel van de God van Israël, zij mogen blijven leven. In de Hebreeuwse Bijbel schrijven profeten nog wel eens dat de ballingschap het volk had gezuiverd van alle ongerechtigheden. Hier worden alle mensen op aarde gezuiverd. Het is dus zaak alle mensen tot volgeling van Jezus te maken, tot aan de einden der aarde dus.
Over wat voor mensen gaat het dan als er zo veel moeten worden gedood? Ook dat staat er in dit gedeelte gewoon bij, het zijn de mensen die ondanks alle plagen, ondanks de ellende die over de aarde trok hun eigen afgoden bleven aanbidden. De goden van goud, zilver, brons, steen en hout. Tegenwoordig vatten we al die zelfgemaakte goden samen in de goten van winst en profijt. Niet meer de mensen staan centraal bij de rijken en de machthebbers maar de hoogte van winst en profijt, daar moet alles aan opgeofferd worden. Bij dat aanbidden van zelfgemaakte goden horen ook zaken als moord en toverij, van ontucht en diefstal. Let dus op mensen die voor het behoud van hun rijkdom gaan moorden, die je wijs maken dat hun denkkracht mensen kan genezen, dat je een ander mens gerust als voorwerp kan gebruiken voor bevrediging van je eigen lusten en dat je van de arme ook het weinige dat die heeft mag wegnemen.
Als je ondanks alle ellende in de wereld je onverschillig afwend en voor je eigen plezier blijft leven dan hoor je dus ook bij dit deel van de mensheid, ook vandaag nog.