Rechters 20:1-11
1 Uit heel Israël, van Dan tot Berseba, en zelfs uit Gilead, kwamen de Israëlieten naar het heiligdom van de HEER in Mispa om daar een volksvergadering te houden. 2 Deze vergadering van het volk van God, vierhonderdduizend man die de wapens konden hanteren, werd geleid door de aanvoerders van het volk, de hoofden van de stammen van Israël. 3 Het bleef in Benjamin niet onopgemerkt dat de andere Israëlieten naar Mispa waren gekomen. De Israëlieten vroegen: ‘Wie kan ons vertellen hoe dit misdrijf heeft plaatsgevonden?’ 4 De Leviet, de man van de vermoorde vrouw, nam het woord en zei: ‘Toen ik met mijn bijvrouw op doorreis was in Gibea in Benjamin, 5 kwamen de burgers van de stad mij lastigvallen. Ze liepen ‘s nachts te hoop bij het huis waar we onderdak hadden gekregen. Mij bedreigden ze met de dood en mijn vrouw hebben ze zo gruwelijk verkracht dat ze het niet heeft overleefd. 6 Ik heb haar lichaam in stukken gesneden en die naar alle delen van het gebied van Israël gestuurd om te laten zien dat er een misdaad is begaan die voor Israël geldt als een schandelijk en ontoelaatbaar vergrijp. 7 U bent hier bijeengekomen, Israëlieten, om gezamenlijk te beslissen wat er moet gebeuren.’ 8 Hierop stond het hele volk als één man op en verklaarde: ‘Niemand van ons gaat terug naar zijn tent of huis. 9 We zullen Gibea niet ongemoeid laten! Door loting 10 zullen tien op de honderd van elke stam van Israël worden aangewezen, ofwel honderd op de duizend of duizend op de tienduizend. Die moeten proviand bijeenbrengen voor het leger dat in Gibea de schanddaad zal vergelden die de inwoners ervan Israël hebben aangedaan.’ 11 Zo sloten de Israëlieten zich aaneen om als één man tegen Gibea op te trekken. (NBV)
Men zegt wel eens dat IJsland de oudste democratie van de wereld kent. Daar kwamen de mensen bijeen in een speciale vallei en daar beslisten ze samen over de belangrijkste zaken voor het volk. De Bijbel kent nog oudere voorbeelden. Deze uit het boek Rechters is wel een heel bijzondere. In Gibea was de bijvrouw van een Leviet, een hulppriester zeg maar, verkracht en heel het volk kwam bijeen om te beraadslagen wat er mee te doen. De Leviet vertelde wat er gebeurd was en ook de verdachten kregen de kans wat te zeggen, maar die kwamen niet. Het was een proces met hoor en wederhoor waar iedereen aan meedeed. Een democratisch proces dus, dat maakt dit verhaal wel heel erg bijzonder. De afwijking van de Leer uit de woestijn, de richtlijnen die het volk zo bijzonder maakte, was zo groot dat harde maatregelen moesten worden genomen.
Als één man stond het volk op en beloofde Gibea niet ongemoeid te laten. Het verhaal vertelt dat er vierhonderdduizend krijgers waren. Maar eerst werden door loting de mensen aangewezen die voor het eten moesten zorgen, want samen eten en het eten samen delen was ook een kenmerk van het volk. Die krijgers hadden hun aanvoerders, maar het volk had geen koning, geen regering en van een Rechter is in dit verhaal eigenlijk ook geen sprake. Of het zou moeten zijn dat al die mensen die daar bijeen waren zelf Rechter waren. Uiteindelijk hadden ze een aanklacht gehoord, de verdediging aan het woord gelaten en een vonnis geveld. Bij ons lijkt samen eten er niet meer bij. Alleen de rijken kunnen zich gezond eten permitteren. De armsten niet. Zorg voor mensen aan de kant van de samenleving is er eigenlijk niet meer bij.
De gehandicapten die werken in de sociale werkvoorziening, ze moeten maar een baan zien te zoeken op een arbeidsmarkt waar ze ongeschikt voor waren verklaard en die juist steeds meer alleen ruimte heeft voor de meest succesvollen. Het volk Israel leert ons in dit verhaal dat we samen in beweging moeten komen tegen dat wat onrecht is ook in onze samenleving. We laten het protest over de afbraak van openbaar vervoer aan de buschauffeurs en tramconducteurs over, de afbraak van de rechtshulp aan de advocaten. Maar over afbraak van de villasubsidie aan de allerrijksten mag niet gesproken worden. Het wordt misschien tijd om samen weer eens zo’n maaltijd te houden zoals het volk Israël deed na de vreselijke verkrachting door de Benjaminiten. We kunnen vandaag nog beginnen met de organisatie er van.