Deuteronomium 2:26-37
26 Ik stuurde toen vanuit de woestijn van Kedemot gezanten naar koning Sichon van Chesbon met een vredelievende boodschap. Ik vroeg hem: 27 ‘Sta mij toe door uw land te trekken. Ik verzeker u dat ik de hoofdweg zal volgen en er niet van zal afwijken, naar links noch naar rechts. 28 Verkoop me het voedsel dat ik nodig heb en laat me voor mijn drinkwater betalen. Vergun me slechts om te voet uw land door te trekken, 29 zoals Esaus afstammelingen in de Seïr en de Moabieten in Ar me dat hebben toegestaan, tot ik de Jordaan ben overgestoken naar het land dat de HEER, onze God, ons zal geven.’ 30 Maar koning Sichon van Chesbon weigerde ons door zijn land te laten trekken. Want de HEER, uw God, had hem koppig en onverzettelijk gemaakt omdat hij hem aan u wilde uitleveren, wat ook gebeurd is. 31 De HEER zei tegen mij: ‘Ik laat je zegevieren over Sichon en zijn land. Val hem aan en neem zijn land in bezit.’ 32 Sichon trok tegen ons ten strijde. Hij rukte met zijn hele leger op naar Jahas. 33 Maar de HEER, onze God, schonk ons de overwinning. We brachten Sichon en zijn zonen ter dood en versloegen zijn hele leger. 34 We veroverden toen al zijn steden en doodden er de mannen, vrouwen en kinderen; we lieten niemand in leven. 35 Maar het vee en de goederen van de veroverde steden maakten we voor onszelf buit. 36 Vanaf Aroër aan de rand van het Arnondal-vanaf de stad in het dal-tot aan Gilead toe was geen stad voor ons onneembaar; de HEER, onze God, liet ons over dit hele gebied zegevieren. 37 Maar het land van de Ammonieten, het hele stroomgebied rond de bovenloop van de Jabbok en de steden in de bergen, hebben we ongemoeid gelaten, want die gebieden had de HEER, onze God, ons ontzegd. (NBV)
In het verhaal van Deuteronomium komen we steeds dichter bij de intocht in het beloofde land. Er staat nog één volk in de weg. Israël laat zien niet op oorlog en geweld uit te zijn. Alle volken dienen behandeld te worden alsof het broedervolken zijn. Voor woestijnzwervers is er een plechtig protocol om toestemming te vragen het land te mogen doortrekken. Dar loopt vaak uit op een soort vredesverdrag waarbij de woestijnzwervers ook een vergoeding betalen aan het volk waar ze doorheen trekken. Zo stuurt Mozes een groep gezanten naar Koning Sichon van Chesbon. Onderdanig vragen zij toestemming het land door te trekken. Niet zomaar, zonder plan, nee keurig via de hoofdweg zodat het volk er zo min mogelijk last van zal hebben. Ze vragen zelfs om voedsel en drinken tegen betaling. Dat zou de landbouwers van Chesbon toch een aardige meevaller in inkomsten opleveren.
Maar de Koning weigert van zijn overvloed te delen met de woestijnzwervers. Voor het volk Israël is dat maar een rare houding. Met armen en met vreemdelingen die aan je deur kloppen daar deel je toch mee van alles wat je hebt? Niet koning Sichon. Voor ons is dat niet zo raar. Kinderen die hier geboren zijn, of hier meer dan tien jaar zijn opgegroeid worden ook als ze nog geen 12 jaar zijn als vreemdelingen aangemerkt en gedeporteerd naar landen die ze niet kennen, waar ze de taal niet spreken en waar ze dus geen enkele toekomst hebben. Voor Israël betekent het dat kennelijk de God van Israël wil laten zien hoe sterk die wel is, zodat andere volken voor Israël zouden sidderen. Het zal dus God zelfs wel zijn die het hart van de Koning heeft verhard. Israël hoeft niet bang te zijn. Mozes is er vast van overtuigd dat ze zullen winnen.
Dat gebeurt dan ook. Niet omdat Israël ten strijde trekt tegen Chesbon maar omdat Koning Sichon zijn leger mobiliseerde en tegen het volk Israël optrok naar Jahas. Zoals ze al verwacht hadden won het volk Israël. En die winst werd duidelijk toen ze de Koning en zijn zonen hadden gedood. Daarmee was het hele leger verslagen. En dan komt er een lastig stuk. Zoiets verwachten we niet. We kunnen eigenlijk niet leven met de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Wij vergeten graag de bombardementen op Rotterdam en Dresden. Het is wat Israël deed met de steden van het volk Chesbon. Geen stad bleef onneembaar. Van steden die geleerd hadden van het verlies bij Jahas is hier geen sprake. Israël werd kennelijk gedwongen om stad voor stad met geweld in de nemen. Dat ze daarbij iedereen gedood hebben willen we eigenlijk niet horen. Het zegt in elke geval dat de overwinning van de woestijnzwervers op de stedelingen volledig is. En dat je geen steden moet bombarderen moet iemand nog eens uitleggen in Saoedi Arabië zodat de mensen in Jemen in vrede kunnen verder leven.