Psalm 7
1 Een klaaglied van David, dat hij voor de HEER gezongen heeft over de Benjaminiet Kus. 2 HEER, mijn God, bij u schuil ik, bevrijd mij van mijn vervolgers, red mij, 3 ze zullen mij nog verscheuren als leeuwen, mij meesleuren zonder dat iemand mij redt. 4 HEER, mijn God, als ik iets heb misdaan, als er onrecht kleeft aan mijn handen, 5 als ik goed met kwaad heb vergolden, of mijn belager zonder reden heb beroofd-6 laat dan de vijand mij achtervolgen, mij inhalen, vertreden en vertrappen in het stof, mij beroven van mijn eer en mijn leven. sela 7 Sta op, HEER, laat uw toorn ontbranden, keer u tegen de razernij van mijn belagers, kom mij te hulp, gebieder van het recht. 8 Laat u omringen door de raad van de volken en bestijg hoog boven hen uw troon, 9 HEER, rechter van de wereld. Doe mij recht, HEER, ik ben onschuldig, mij treft geen blaam. 10 Roep de goddelozen een halt toe en wees de rechtvaardige tot steun. U die hart en nieren doorgrondt bent een rechtvaardige God. 11 God is het schild dat mij beschermt, hij bevrijdt de oprechten van hart. 12 God is een rechtvaardige rechter, hij bestraft het kwaad, elke dag. 13 Maar de vijand scherpt opnieuw zijn zwaard, hij spant zijn boog en legt aan, 14 hij richt zijn wapens om te doden, zijn pijlen zijn schichten van vuur. 15 Hij draagt verderf onder het hart, zwanger van onheil baart hij bedrog. 16 Hij delft een put en diept hem uit, maar valt in de kuil die hij zelf heeft gegraven. 17 Het onheil keert zich tegen hem, het geweld komt neer op zijn eigen hoofd. 18 Ik zal de HEER om zijn rechtvaardigheid loven, de naam van de HEER, de Allerhoogste, bezingen.(NBV)
Er zijn mensen die graag de Bijbel letterlijk nemen. Ze lezen het als een geschiedenisboek. Want als het nu eens niet waar zou zijn dan raken ze in verwarring. En de eerste zin van deze Psalm is verwarrend. Of het nu echt een klaaglied is zoals andere klaagliederen uit het boek van de Psalmen zijn dat weten we niet. Het woord dat hier in het Hebreeuws staat is eigenlijk onbekend en wordt soms ook in het geheel niet vertaald. En wie was die Benjaminiet Kus? We kennen hem verder niet uit de Bijbel. In zulke gevallen gaan de geleerden op zoek in de boeken van Samuël of daar iets staat over die Benjaminiet Kus? De belangrijkste Benjaminiet waarmee David te maken heeft gehad was Koning Saul, maar ja in dat verhaal komt de naam Kus niet voor. Kus is ook de naam van een streek in Afrika, in Nubië daar kwam het goud vandaan. Daar was Absalom de zoon van David heen gevlucht toen hij in oorlog kwam met zijn vader. Een bode uit Kus kwam toen het nieuws brengen. Goed en kwaad nieuws. De vijand van David was verslagen, maar Absalom was dood. Met letterlijk nemen komen we dus niet echt veel verder.
We kunnen de Bijbel ook serieus nemen en ons steeds afvragen wat voor boodschap ons wordt verteld. De Psalm begint met een geloofsbelijdenis. Als je schuilt bij de God van Israël dan mag je vragen om bescherming en redding. En misschien heb je wel wat verkeerd gedaan. De vijand die je achtervolgd heeft je eigenlijk iets goeds gedaan maar je hebt daarop geantwoord met kwaad. In ons dagelijks leven komt dat vaker voor dan we denken. Hoe vaak klagen mensen niet over een bekeuring omdat ze te hard hebben gereden, om dezelfde dag nog treurnis uit te spreken over de slachtoffers van een dodelijk ongeluk dat veroorzaakt werd door een te hoge snelheid. Je mag blij zijn dat er ergens iemand is die je wil waarschuwen tegen dit soort ongelukken. Die bekeuring is het goede, je gaat tenminste voor een tijdje weer uitkijken, jouw kwaadheid is het verkeerde want uit boosheid kun je de waarschuwing zo negeren dat je nog harder gaat rijden en dus meer gevaar loopt.
Je kunt je belager ook zonder reden hebben beroofd, iets meegenomen waarvoor je geen toestemming vroeg en dat je niet hebt betaald, het appeltje van de appelboom in de tuin van de Pastorie. De dichter vraagt God om zijn belager nu niet direct pijl en boog te verschijn te laten brengen, een oorlog te beginnen. Als er ongemerkt iets verkeerd is gegaan dan valt dat toch uit te praten? Wij spreken tegenwoordig over een “juridisering” van de samenleving. Om het minste of geringste slepen we elkaar voor de rechter. De regering heeft dat al moeilijk gemaakt voor de armen onder ons, ons recht is immers alleen voor de rijken. Maar arm of rijk Gods weg vraagt niet om oorlog te gaan voeren maar om conflicten in liefde op te lossen. Juist als je conflicten voor wil leggen aan een rechtbank loop je grote risico’s. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in, wie procedeert om een koe, legt er één toe. Het uitpraten van conflicten hebben we inmiddels geprofessionaliseerd, we kunnen een beroep doen op mediators. Maar we kunnen ook een beroep doen op de God van Israël. Die gaf richtlijnen die ons vrede en recht kunnen brengen. Elke dag opnieuw.