Jozua 10:29-43
29 Vervolgens trok Jozua met het hele leger van Makkeda naar Libna. Hij viel Libna aan, 30 en de HEER leverde ook die stad en haar koning aan Israël uit. Jozua doodde iedereen die er woonde, hij liet geen mens in leven. Met de koning van Libna deed hij hetzelfde als hij met de koning van Jericho had gedaan. 31 Vervolgens trok Jozua met het leger van Libna naar Lachis. Hij sloeg het beleg voor die stad en viel haar aan. 32 De HEER gaf Israël Lachis in handen; Jozua nam de stad in op de tweede dag van het beleg en hij doodde iedereen die er woonde, zoals hij in Libna had gedaan. 33 Horam, de koning van Gezer, kwam Lachis te hulp, maar Jozua versloeg hem. Hij doodde hem en zijn soldaten tot er niemand meer over was. 34 Vervolgens trok Jozua met het leger van Lachis naar Eglon. Ze sloegen het beleg voor die stad en vielen haar aan. 35 Ze namen Eglon in één dag in en doodden alle inwoners. Jozua bracht iedereen die er woonde om, zoals hij in Lachis had gedaan. 36 Vervolgens trok Jozua met het leger van Eglon naar Hebron. Ze vielen Hebron aan, 37 namen die stad in en doodden er evenals in Eglon de koning en alle inwoners. Jozua liet ook van de omliggende steden geen mens in leven, hij bracht iedereen om. 38 Op zijn terugtocht ging Jozua met het leger naar Debir. Hij viel die stad aan, 39 nam haar in en veroverde ook de omliggende steden. Hij doodde de koning en alle inwoners. De Israëlieten brachten iedereen om, Jozua liet geen mens in leven. Wat hij met Hebron en Libna en de koningen ervan had gedaan, deed hij ook met Debir en zijn koning. 40 Zo veroverde Jozua het volgende gebied: het bergland, de Negev, het heuvelland en de streek van de rotskloven. Hij liet geen enkele koning in leven, hij bracht iedereen die er woonde om, zoals de HEER, de God van Israël, had opgedragen. 41 Jozua trok van Kades-Barnea tot aan Gaza en van het hele gebied rond Gosen tot aan Gibeon, en hij doodde er iedereen. 42 Hij veroverde de gebieden van al die koningen op één veldtocht doordat de HEER, de God van Israël, voor Israël streed. 43 Daarna keerde Jozua met het leger terug naar het kamp bij Gilgal. (NBV)
Wat win je eigenlijk met een oorlog? Wat levert een succesvolle veldtocht je op? We lezen vandaag een verhaal over een succesvolle veldtocht van Jozua. Een groot veldheer. Niemand wilde het land dat overvloeide van melk en honing delen met de woestijnzwervers, maar ze werden allemaal overwonnen en uitgeroeid. En dan? Dan niks. Dan ben je weer net zo ver als je begon. Dan gaat dat hele succesvolle leger weer naar het eerste kamp dat ze als volk hadden opgeslagen, naar Gilgal. In onze dagen zien we dat ook. De troepen worden na een hevige en toch wel succesvolle oorlog teruggetrokken uit Afghanistan en uit Irak. En dan? En nu? Er wordt nog steeds net zo hard gevochten als voorheen. Individuele krijgsheren en opstandelingen hadden zich verenigd en voorzien van een aanlokkelijke slogan: De Islamitische Staat. We zijn weer net zo ver als voorheen. Net als het volk Israël. Wij menen rechtvaardige oorlogen gevoerd te hebben, Israël zo vertelt het verhaal had de God van Israël aan haar zijde. Maar alle bloedvergieten brengt je gewoon weer terug waar je begonnen was.
Is dit nu een historisch verslag van de veldtocht? Dat zou merkwaardig zijn. Wij herkennen niet alle steden en plaatsen die worden genoemd. Maar er is één streek die bijbelgetrouwe gelovigen gelijk herkennen. Dat is het land Gosen. Het hele gebied rond het land Gosen tot aan Gibeon wordt ingenomen. Maar Gosen ligt in de Nijldelta. Dat was het land dat niet door de God van Israël maar door de Farao aan het volk was gegeven. Daar waren ze tot slaven gemaakt, daar waren ze uitgetrokken uit het land van de dood, door de Riezee, op dezelfde manier waarop ze nu door de Jordaan waren getrokken. Het verhaal is dus niet een historisch verslag maar een waarschuwing. Ook al heb je de God van Israël aan je kant, ook al vecht je een rechtvaardige oorlog, de dreiging van slavernij is er altijd. Slavernij aan de machten en krachten die zich aan jou spiegelen. Machten en krachten die ook hun oorlog en opstand kunnen overgieten met een saus van godsdienst en gerechtigheid. Die net als jij zich de opdracht kunnen toemeten alle tegenstanders uit te roeien. Met die opdracht kom je geen stap verder.
De steden die worden genoemd zijn niet allemaal bekend. De namen waarmee de steden zijn aangeduid zijn in de loop van eeuwen waarin het verhaal werd doorverteld langzaam aan veranderd. Over sommige steden bestaat zelfs verwarring. Hebron bijvoorbeeld wordt later nog een keer door Kaleb, de medestander als verspieder van Jozua, veroverd voor zijn familie. Het heeft een bijzondere positie. Het zou de Koningsstad van David worden, die later Jeruzalem tot hoofdstad van het verenigde noord en zuid rijk zou maken. Jeruzalem wordt dus ook in dit verhaal niet genoemd. Er zal eerst een koning naar Gods hart moeten komen voor die bijzondere stad kan worden ingenomen. Jeruzalem heeft in dit verhaal dus eigenlijk al een bijzondere positie. Het is niet een stad die je verovert zonder dat het ergens op uit loopt. In Jeruzalem zal de Tabernakel, de tent der ontmoeting haar definitieve bestemming vinden. Daar zal die bijzondere tent door een tempel worden opgevolgd. Wie dit verhaal leest mag vragen, waar is Jeruzalem, het antwoord is dat het nog moet komen. Het verslaan van vijanden is nog iets heel anders dan het opbouwen van een land volgens de aanwijzingen van de God van Israël, daar mogen wij ook elke dag aan denken.