Spreuken 21:22-31
22 Een wijze overwint een stad vol keurtroepen, hij verlamt de kracht waarop ze vertrouwen. 23 Wie zijn tong in toom houdt, bespaart zich in zijn leven allerlei ellende. 24 Een spotter is verwaand en onbeschoft, hij is grenzeloos hooghartig. 25 De verlangens van een luiaard leiden tot zijn dood, hij weigert zijn handen te gebruiken. 26 Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft, hij houdt niets voor zichzelf. 27 Het offer van de goddelozen is een gruwel, vooral als de bedoeling slecht is. 28 Een onbetrouwbare getuige moet de mond worden gesnoerd, maar wie vertelt wat hij weet, mag uitspreken. 29 Een goddeloze zet een trots gezicht, de oprechte gaat de weg die hij moet gaan. 30 Wijsheid, inzicht, plannen, niets houdt stand tegen de HEER. 31 Het paard wordt gereedgemaakt voor de strijd, de overwinning hangt af van de HEER.(NBV)
Ook vandaag zet het boek Spreuken de wijze en de goddeloze weer tegenover elkaar. De goddeloze is een spotter, een luiaard, een hebbert, een onbetrouwbare getuige, in allerlei gedaanten kom je de goddeloze tegen. De wijze vertrouwt op de Heer heet het en ook dat gebeurt in velerlei gedaanten. Het is zeker niet zwart wit als we het boek Spreuken lezen. Daarom lijken al die teksten onder elkaar voortdurend niets met elkaar te maken te hebben. Tot je doorkrijgt waarop je moet vertrouwen als je de Heer vertrouwt. Neem nu de wijze die een stad vol keurtroepen overwint door de kracht waarop ze vertrouwen te verlammen. Voor ons klinkt dat dwaas, maar in de geschiedenis is maar al te vaak bewezen dat geweldloosheid sterker kan zijn dan het sterkste imperium. India werd door Gandhi onafhankelijk juist doordat er een geweldloze strijd werd gevoerd. En een wijze vertrouwt op de richtlijn dat je niet mag doden.
En iedereen weet natuurlijk best dat spotten en mensen met woorden neerhalen allerlei ellende oplevert. Het is de basis van het pestgedrag dat kinderen het leven kan verwoesten zonder dat ze er wat aan kunnen doen. Een spotter is daarbij grenzeloos hooghartig. Maar tegelijk zet het boek Spreuken de spotter op één lijn met de luiaard. Die luiaard weigert zijn handen te gebruiken en gaat daaraan dood. Denk dus niet dat de mensen die hun naaste lief hebben als zichzelf de softies zijn die over zich laten lopen en alles wat ze zelf met zwoegen en zweten verdienen uitdelen aan hen die de boel de boel laten en te lui zijn om op te staan. Integendeel, het gaat juist om het inzicht dat iedereen moet zwoegen en zweten om zich in leven te houden en dat het iedereen kan overkomen dat het wel eens mis gaat, dat er ziekte is, of misoogst en dat je dan altijd samen moet delen om samen te kunnen overleven.
Het gaat dus niet om offeren, om een God gunstig te stemmen zodat je geluk lijkt te hebben. De Bijbel noemt het gunstig stemmen van een god Goddeloos. De God van Israël hoeft niet gunstig gestemd te worden, hij is goedertieren omdat hij God is, dat is juist de kern van het verbond dat is gesloten, dat inzicht is nu net de wijsheid waarover in het boek Spreuken wordt gesproken. Daar hoef je je ook niet op te beroemen het is een geweldig geschenk dat een God die zo goed is met ons een verbond wil sluiten. Een verbond dat alleen van ons vraagt dat we onze naaste onvoorwaardelijk liefhebben als onszelf. Want niets houdt daartegen stand, dat is de weg die ons gewezen is al in de woestijn en die ons gewezen werd door Jezus van Nazareth dwars door de dood heen. Elke morgen mogen we daarmee opnieuw beginnen ook vandaag weer.