Spreuken 19:13-29
13 Een dwaze zoon is voor zijn vader een ramp, het geruzie van een vrouw is als een dak dat altijd lekt. 14 Je huis en rijkdom erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. 15 Als je lui bent, verslaap je je tijd, als je laks bent, zul je honger lijden. 16 Wie de geboden naleeft, behoudt zijn leven, wie de weg van de HEER veracht, zal sterven. 17 Wie barmhartig is voor een arme leent aan de HEER, die zal hem zijn weldaad vergoeden. 18 Tuchtig je zoon, dan is er hoop, zorg ervoor dat hij niet sterft. 19 Wie doldriftig is, zal moeten boeten, als je hem zijn woede toestaat, neemt die enkel toe. 20 Luister naar raad, laat je onderwijzen, uiteindelijk maakt het je wijs. 21 Een mens maakt allerlei plannen, wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER. 22 Een mens heeft het verlangen goed te doen, je kunt beter arm dan onbetrouwbaar zijn. 23 Ontzag voor de HEER beschermt je leven, je kunt rustig gaan slapen, er overkomt je niets. 24 Een luiaard laat zijn hand in de schaal rusten, hij brengt hem zelfs niet naar zijn mond. 25 Sla je een spotter, dan wordt die onervarene verstandig, kastijd je een verstandig mens, dan groeien zijn kennis en inzicht. 26 Wie zijn vader mishandelt en zijn moeder wegjaagt, is een slechte zoon die zich misdraagt. 27 Mijn zoon, luister maar niet langer naar mijn onderricht
als je mijn wijze woorden in de wind wilt slaan. 28 Een onbetrouwbare getuige spot met het recht, een goddeloze zwelgt in onrecht. 29 Voor spotters staat de straf al vast, voor de rug van dwazen ligt de stok al klaar. (NBV)
Er moet gewerkt worden. Tenminste volgens het Spreukenboek. Gaan geloven in de God van Israël is pas het begin. Begin van alle wijsheid en die wijsheid is, zoals we al eerder lazen, dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Voor luiheid is daarbij geen plaats, je verslaapt je tijd en als je laks bent, onverschillig dus ook, dan zul je honger lijden. Nee het gaat om het naleven van de richtlijnen, het gaan van de weg van de Heer staat er zo deftig in de Bijbel. Maar dat deftige is gewoon een manier van vertalen, dat gebeurde nu eenmaal door deftige gestudeerde heren en dames. Want de arme is de vertegenwoordiger van God in ons leven. Als we barmhartigheid laten zien, onze hand uitsteken naar de outcast, dan lenen we aan God. En van een God mogen we verwachten dat die met rente terugbetaald.
Nu niet direct denken dat je rijker zult worden van het helpen van de armen, of dat je gezonder zult worden of langer zult leven, dat je geen tegenslag meer in het leven zult tegenkomen. Integendeel. Ook in onze dagen wordt de voortdurende onbaatzuchtige aandacht en zorg voor de minsten in de samenleving belachelijk gemaakt, in sommige landen bestraft zelfs. Wat we krijgen, met rente, is een betere wereld, in plaats van de ongelukkige arme die je tegenkwam krijg je een gelukkig mens die weer verder kan in het leven, aan wie recht is gedaan en die een plaats in de samenleving heeft ingenomen. Verwacht dus zelfs geen dankbaarheid. Zorg dat je je eigen kinderen ook in die geest opvoedt.
In de vorige vertaling stond hier dat je je zoon moet kastijden wanneer er nog hoop is. Tuchtigen klinkt wat milder, al betekent het hetzelfde. In de Naardense Bijbel die dicht bij de grondtekst probeert de Bijbel in het Nederlands te vertalen wordt gesproken over “vermanen”. Het gaat er in alle vertalingen en dus in de Bijbel om, dat je je kinderen niet moet laten doodvallen zolang er nog hoop is dat ze gaan meewerken aan die nieuwe aarde. Aan woedende medemensen, ook aan woedende kinderen, heb je dus niks, zelf kwaad worden en je kind slaan is daarom uit den boze. Maar zwijg niet over fouten omdat je geen conflict wil. Als er fouten gemaakt worden heb je een conflict en herstellen is dan geboden. Zo grijpt dat boek Spreuken ondanks zijn schijnbare oppervlakkige spreekwoorden diep in in ons leven van alle dag. Gelukkig dat we elke dag weer opnieuw mogen beginnen, ook vandaag weer.