Genesis 39:11-23
Dat de vrouw van Potifar zo’n slechte naam heeft gekregen ligt misschien ook aan het feit dat we het met vertalingen moeten doen en niet de grondtekst kunnen lezen. Als we namelijk wel de grondtekst zouden hebben kunnen lezen dan was het ongetwijfeld opgevallen dat de vrouw van Potifar tegen de huisslaven iets anders vertelde dan tegen haar man. In beide gevallen gebruikt ze het woord dat hier is vertaald met “vermaken” , maar dat ook “gemeenschap hebben” kan betekenen. Op een andere plaats in de Bijbel wordt dat ook daarvoor gebruikt. Dat zou ook verklaren waarom Jozef eigenlijk niet direct ter dood is gebracht. Nu gaat hij de gevangenis in maar omdat hij al slaaf was, van het hoofd van de paleiswacht nog wel, kun je ook lezen dat hij eigenlijk alleen een ander baantje kreeg, toezicht op het werk dat de gevangenen van de Farao moesten doen. Maar het is het dieptepunt dat Jozef kennelijk moest bereiken. Eindelijk was hij de jas kwijt die hem tot baas had gemaakt. De laatste jas was hem afgenomen door de vrouw van Potifar, zoals de eerste jas hem was afgenomen door zijn broers. Nu was hij alleen nog maar knecht. Maar ook nu liet God hem niet in de steek. In heel dit verhaal van Jozef als slaaf bij Potifar valt het de geleerden op dat God steeds aan zijn zijde was. Dat staat eigenlijk nergens zo nadrukkelijk in de Bijbel als hier. Alles wat Jozef aanraakte werd een succes, alleen zijn eigen positie werd er steeds minder op. Tegenwoordig zouden we zeggen dat hij eerst moest onthechten aan succes en bezit. Dat moeten we tegenwoordig wel zeggen want de veelkleurige jas en de hoogste positie in het werk zijn na te streven doelen. Wie is er niet vol ambities, wie wil niet het hoogste bereiken. En als je het hoogste bereikt hebt dan wil je meer, dan wil je in elk geval meer dan de anderen die de hoogste positie hebben bereikt. Daar komt het graaien en de exorbitante zelfverrijking aan de top van het bedrijfsleven vandaan. Daar ligt ook de basis van de financiĆ«le crisis die er heerst in de wereld. Iedereen moet zo nodig een eigen huis bezitten, ieder bedrijf en iedere bank moet de hoogst mogelijke winst maken. De gevolgen voor mensen en voor het menselijk verkeer doen niet meer ter zake, worden in zaken niet meer meegewogen. Mensen die zich inzetten voor de minsten en niet meer voor het meeste zijn de zieligerts van de samenleving. Niet de mensen van de voedselbanken of de Fair Trade winkels worden hoog geacht maar de mensen in de grijze streepjespakken die zich hebben verrijkt met de miljoenen spaargelden van eenvoudige werknemers. Pas in een dienstbare positie, als knecht in de gevangenis is Jozef op zijn bestemming. Daar kan zijn verhaal van bevrijding van Israel beginnen. Wat is onze positie waar ons verhaal van de bevrijding van de armen kan beginnen?