Jeremia 31:23-30
23 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik zal hun lot ten goede keren, en dan zal in de steden van Juda, in het hele land, opnieuw te horen zijn: “Moge de HEER je zegenen, Jeruzalem, woonplaats van gerechtigheid, heilige berg!” 24 Stedelingen, boeren en herders zullen weer in Juda wonen. 25 Wie dorstig zijn, zal ik verkwikken; wie uitgeput zijn, geef ik kracht.’ 26 Hierop ontwaakte ik en sloeg mijn ogen op. De slaap had mij goedgedaan. 27 ¶ ‘De dag zal komen-spreekt de HEER dat ik Israël en Juda zal inzaaien met mensen en met dieren. 28 Zoals ik niet aarzelde om hen uit te rukken en te verwoesten, af te breken, kwaad te doen en te vernietigen, zo zal ik niet aarzelen om hen te planten en op te bouwen-spreekt de HEER. 29 Dan zal men niet meer zeggen: “Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stroeve tanden,” 30 maar zal wie zondigt om zijn eigen zonden sterven. Wanneer iemand onrijpe druiven eet, zullen zijn eigen tanden stroef worden. (NBV)
Het moet wel een hele mooie stad zijn als van die stad gezegd kan worden dat het een woonplaats van gerechtigheid is. Op dit moment is dat voor de wereld buiten Nederland de stad Den Haag. Daar is de rechtbank gevestigd die geschillen tussen staten berecht. Daar staat het Vredespaleis als symbool van internationaal recht. Maar in Den Haag is ook het Internationaal Strafhof waar oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid kunnen worden berecht. Vooruitlopend daarop was er tot nu toe het Joegoeslavië Tribunaal en is een tijd geleden voormalig dictator Charles Taylor in Den Haag door het Strafhof berecht omdat hij verdacht werd van misdrijven tegen de menselijkheid en strafbare schendingen van Internationaal recht. Hij is inmiddels veroordeeld. Machtigen moeten zich ook verantwoorden.
Machtige landen hebben nog steeds de neiging zich te onttrekken aan die Haagse rechtspraak. Zij vinden dat ze zelf het recht mogen maken en uit mogen maken wat recht en wat onrecht is. Ze beschermen ook hun leiders, ambtenaren en militairen die het door hun ontworpen recht op de door hun goedgekeurde manier uitvoeren. Jeremia voorspelt dan ook dat uiteindelijk het recht niet geschreven moet blijven in wetboeken en verdragen zoals ook in het volk Israel het geval was, maar dat het recht moet wonen in de harten van de mensen. Onrecht moet voor ons onverdraaglijk worden. De mensen die in het verhaal van Jezus van Nazareth mee willen doen geloven dat met hem de richtlijnen uit de woestijn zijn gaan wonen in de harten van de mensen, mensen willen hun naasten liefhebben als zichzelf. Jezus van Nazareth leefde die richtlijnen tot in de dood toe. Met hem is de voorspelling van Jeremia uitgekomen.
Maar als het bij hem gebleven zou zijn had die voorspelling weinig waarde gehad. De voorspelling van Jeremia komt pas uit als die richtlijnen van recht en rechtvaardigheid ook in onze harten gaan wonen. Als ook wij geen minuut meer kunnen leven met onrecht wie dan ook aangedaan. Als eerlijk delen de voorwaarde is om wat dan ook te krijgen. Dat internationale recht in Den Haag is dan maar een klein begin. Voor de armen en de vreemdelingen in ons eigen land woont het recht zeker niet in Den Haag. Voor hen wonen daar kleine angstige politici voor wie het eigen bezit en de eigen macht vaak belangrijker is dan recht en rechtvaardigheid. Ze kunnen daar wonen omdat ze door ons zijn gekozen. Ze kunnen angst haat en verdeeldheid zaaien omdat wij ze dat laten doen. Tijd dus om daar verandering in te brengen, zodat ons land echt een woonplaats van gerechtigheid wordt.