Matteüs 19:16-30
16 ¶ Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ 17 Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ 18 ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze, ‘antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, 19 toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ 20 De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen?’ 21 Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ 22 Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 ¶ Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. 24 Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 25 Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 26 Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ 27 Daarop vroeg Petrus: ‘Wij hebben alles achtergelaten en zijn u gevolgd. Waar kunnen wij naar uitzien?’ 28 Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël. 29 En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. 30 Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten. (NBV)
Het zijn vaak keurige mensen. Ze liegen niet, ze stelen niet, ze geven aan collectes bij de deur, ze maken jaarlijks forse bedragen over aan liefdadigheidsinstellingen, dat kun je van de belasting aftrekken nietwaar, ze spreken altijd netjes, ze schelden niet, ze gebruiken geen geweld, hun vrije tijd besteden ze in een service club en in een enkel sociaal aanvaard maatschappelijk nuttig bestuur als vrijwilliger. En toch zijn ze bedroefd als ze zich verdiepen in de boodschap van Jezus van Nazareth. Ze volgen toch al die geboden? Zelfs dat gebod van heb Uw naaste lief als Uzelf. Maar soms willen mensen volmaakt zijn. Meer doen dan het gewone. Uitblinken in het goede. En dat vraagt iets wat eigenlijk niemand zomaar op kan brengen. Alles verkopen en verdelen onder de armen. Als je zelf bijna arm bent is dat niet zo moeilijk. Je krijgt er een hoop vrienden voor terug en als je in problemen komt is er vast iemand onder die jou wil helpen. Maar als je rijk bent is het een stuk moeilijker. Met die armen heb je niet zoveel gemeen. Die gaan niet uit, dat kunnen ze niet betalen, die lezen geen literatuur, daar hebben ze niet voor doorgeleerd, die luisteren niet naar klassieke muziek, daar zijn ze niet mee opgegroeid. En hadden ze die armoede niet zelf veroorzaakt door te weinig aandacht te besteden aan hun opleiding, door teveel alcohol te drinken en hun gezondheid te verwaarlozen? Als je je oor te luisteren legt in kringen van rijke mensen hoor je net zoveel vooroordelen als je hoort bij arme mensen.
Van elkaar wordt gedacht dat beiden niet hard werken, als je rijk bent hoef je dat niet en als je arm bent ben je arm omdat je te weinig werkt. Beide vooroordelen zijn onzin. Rijke mensen werken over het algemeen hard en arme mensen werken nog harder als ze de kans krijgen. Daarom legt Jezus van Nazareth de nadruk op eerlijk delen. Volmaakt worden is helemaal geen ideaal in de Bijbel. Gerechtigheid betrachten, samen delen en daarbij eerlijk blijven dat is het waar het om gaat. Wie volmaakt wil zijn streeft er naar gelijk aan God te worden, er is er immers maar één die goed is zoals door Jezus van Nazareth hier wordt opgemerkt. Werkelijk eerlijk delen is veel moeilijker dan het lijkt. Wij doen het niet. Wij durven de hypotheekrente aftrek niet zo te beperken dat iedereen evenveel steun om goed te wonen van de overheid kan krijgen. Wij durven loonstijgingen en bonussen niet zo te beperken dat niemand meer verdiend dan de Koning of de minister president, niet bij de overheid maar al helemaal niet in het bedrijfsleven. Drogredenen als zouden de rijken naar het buitenland zouden vluchten houden het tegen. Maar eigenlijk gaan de rijken die dat delen weigeren bedroefd naar huis, ze hebben veel bezittingen en die zijn belangrijker dan echt houden van hun naasten. Jongeren zullen bijna niet meer weten waar je het over hebt als je het over het oog van een naald hebt. Zoveel sokken worden er niet meer gestopt. Als bij ons iets stuk is, zeker als er een gat in een sok zit, gooien we het weg. Zelfs als de knopen van een overhemd springen dan gooien we die maar weg.
Gelukkig zijn er af en toe allochtonen die nog weten hoe kleding gerepareerd moet worden. Zij beginnen dan een kledingreparatiewinkel waar je een opengesprongen broeknaad of een ander lekker zittend kledingstuk kunt laten repareren. Maar naalden in huis hebben nee, vroeger wel. Ze leken op de spelden die je in een nieuw overhemd kunt vinden, maar dan iets groter en op de plaats waar die platte kop zit zat een oogje waar je met veel moeite een draad doorheen kon doen. De naald uit het verhaal van Jezus van Jezus van Nazareth, dat Matteüs hier verteld, zou trouwens een klein poortje geweest zijn. Klein om er voor te zorgen dat er geen grote lastdieren doorheen konden. Zo konden roversbenden de stad niet in en moesten belastingplichtige handelaren de grote en bewaakte poort nemen. Kamelen konden dus al helemaal niet door dat kleine poortje. Rijken horen niet zomaar in het Koninkrijk van God als rijken, armen wel. precies het tegenovergestelde van ons Koninkrijk van tegenwoordig. Hier moeten de armen meebetalen om de positie van de rijken veilig te stellen. Ook op het bewust maken van mensen in ons land van het grote verschil in rijkdom tussen landen op het Noordelijk halfrond en landen rond het zuidelijk halfrond dreigt fors bezuinigd te worden, we zouden eens door kunnen krijgen dat we eerlijk moeten delen. In ons Koninkrijk worden de armen op de allerlaatste plaats gezet. In het Koninkrijk van God komen ze op de eerste plaats.