Matteüs 15:12-20
12Â Daarop kwamen de leerlingen bij hem en zeiden: ‘Weet u dat de Farizeeën uw uitspraak gehoord hebben en dat ze die stuitend vinden?’ 13Â Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgerukt. 14Â Laat ze toch, die blinde blindengeleiders! Als de ene blinde de andere leidt, vallen ze samen in een kuil.’ 15Â Toen stelde Petrus de vraag: ‘Wilt u ons die uitspraak uitleggen?’ 16Â Jezus zei: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog steeds niet? 17Â Zien jullie dan niet in dat alles wat de mond ingaat in de maag terechtkomt en in de beerput weer verdwijnt? 18Â Wat daarentegen de mond uitgaat komt uit het hart, en die dingen maken een mens onrein. 19Â Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. 20Â Dat maakt een mens onrein, niet eten met ongewassen handen.’ (NBV)
De Bijbel geeft aan het volk Israël heel nauwkeurige richtlijnen voor het eten van voedsel. Het een mag je eten het andere niet. En soms mag je twee ingrediënten ook niet samen eten, het vlees van het jong niet samen met de melk van de moeder. Het gevolg van die richtlijnen was dat het volk Israël een heel gezond volk was. In het heidendom was nog wel eens de overtuiging dat bij het eten van het vlees de kracht en de slimheid van het dier werd overgedragen aan de mens. In de ballingschap werd die overtuiging ontzenuwd. Van Daniël wordt bijvoorbeeld verteld dat hij en zijn vrienden alleen groenten aten, toch bleven ze even slim als ze al waren. Het vlees in de ballingschap werd niet klaargemaakt zoals in de richtlijnen werd beschreven.
In ons land worden die richtlijnen nog wel eens ter discussie gesteld. Ook de Islam heeft van de richtlijnen die voor het verkrijgen van vlees van Israël overgenomen. Ritueel slachten noemen we dat. Het wordt voorgesteld of het een uiterst wrede en respectloze manier van omgaan met dieren is. Niets is minder waar. Zowel in het Jodendom als in de Islam kunnen alleen goed opgeleide slachters de dieren op de voorgeschreven manier slachten. Dat komt omdat je er extra bij stil moet staan dat je een leven neemt. Gebed, manier van doden en respect voor het leven spelen daarbij een grote rol. Als je geen respect hebt getoond voor elk dier dat gedood wordt, als je geen eerbied voor het leven toont, dan is het vlees onrein. De vraag is dus niet hoe wreed ritueel slachten is, maar hoe rein het vlees uit de vlees industrie eigenlijk is.
Veel van de richtlijnen in de Bijbel zijn losgezongen van hun bedoeling. Niet de eerbied voor het leven staat dan bij de slacht centraal maar de verheerlijking van de eigen identiteit. Dat is hetgeen Jezus van Nazareth met kracht wil bestrijden. Het eten van voedsel op zich is niet onrein. Via de mond gaat het naar de kont zegt hij eigenlijk. Elk voedsel dat je eet doorloopt dezelfde weg. Propaganda dat wordt in het bovenstaande Bijbelstukje als het meest onrein beschreven. Dat wat uit de mond komt is verkeerd, niet wat er in gaat. Het verheerlijken van de eigen identiteit belangrijker vinden dan het voeden van de hongerigen is voor Jezus uitermate onrein. Jezus had daarom steeds discussies met de leiders van tempel over het houden van de Thora, over het liefhebben van de naaste als van jezelf. Ook bij ons speelt die discussie. Hebben wij een hekel aan Islam, misschien ook wel aan Jodendom, en bestrijden we daarom het ritueel slachten, of wordt elk dier met evenveel eerbied en respect voor ons geslacht? Een vraag die ook beantwoord moet worden.