Jesaja 33:17-24
17 Met eigen ogen zul je een koning in al zijn schoonheid aanschouwen, weldra zul je een land zien dat zich uitstrekt tot in de verte. 18 Met pijn in het hart zul je aan de verschrikkingen terugdenken: Waar zijn nu de mannen die schreven en wogen, waar is de man die de torens telde? 19 Je ziet dat onbeschaamde volk niet meer terug, dat volk met zijn onverstaanbare taal, zijn vreemde, onbegrijpelijke tongval. 20 Aanschouw dan Sion, de stad waar wij onze feesten weer vieren. Met eigen ogen zul je Jeruzalem zien, een oord waar je ongestoord kunt wonen, een tent die nooit wordt afgebroken, waarvan geen tentpin ooit wordt uitgerukt en geen touw wordt losgemaakt. 21 Daar toont de HEER ons zijn macht. Daar stromen rivieren en is het water uitgestrekt, maar geen galeien varen daarop, geen machtige schepen trekken langs. 22 Want de HEER is onze rechter, de HEER is onze wetgever, de HEER is onze koning, hij zal ons redden. 23 De touwen hangen slap en ontspannen, de tentpaal hoeft niet meer recht overeind, het vaandel niet gehesen. Dan wordt de rijke buit verdeeld, zelfs de verlamden plunderen mee. 24 Geen inwoner zegt nog: ‘Ik ben ziek, ‘de hele bevolking is van schuld bevrijd. (NBV)
Zou al dat roepen om recht en gerechtigheid iets veranderen? Dat ooit een God heeft opgeroepen je naaste lief te hebben als jezelf heeft dat vandaag de dag nog enige betekenis. Er zijn mooie woorden gezegd over de terugkeer uit de ballingschap, de Tempel zou herbouwd worden en Jeruzalem een stad van vrede en vreugde worden. Maar toen bij ons de slachtoffers van de concentratiekampen terugkwamen na de Tweede Wereldoorlog bleken hun huizen bewoond door anderen en waren hun bezittingen gestolen en verhandeld. Pas als je zweeg dan kon je weer mee doen met een samenleving die weer net als voor de Tweede Wereldoorlog was gebeurd in zuilen uiteen viel en waar elke zuil vond dat ze de beste overtuiging had. Het zou heel lang duren voor Christelijk Nederland door zou krijgen dat de kinderen van Abraham de kinderen waren van de God die zij mochten aanbidden. Die kinderen van Abraham hadden hun eigen feesten en daar hadden ze recht op.
Het moet ons gaan over rechtvaardig leven, zo leven dus dat anderen tot hun recht kunnen komen, kunnen realiseren wie ze zijn en wat ze kunnen betekenen voor de samenleving. Dan pas gaan we begrijpen waar Jesaja het over heeft. Jezus van Nazareth zal het daarbij hebben over genezing van zieken. Jesaja zelf heeft het elders over lammen die huppelen, stommen die spreken, doven die horen en blinden die het licht zullen zien. De waarheid moet gezegd worden. Woekerwinsten door afpersing moeten geweigerd worden. Wie zijn eigenlijk die financiële markten die Spanje en Italië zulke woekerrentes opleggen voor de staatsleningen die ze nodig hebben? Wordt het niet tijd dat ze zich bekend maken en verantwoording afleggen voor de woekerwinsten die ze krijgen door hele staten af te persen? Natuurlijk willen we niet aanhoren dat een moord wordt beraamd en kunnen we niet aanzien dat kwaad geschied. Maar melden we dat ook altijd bij de overheid? Zoeken we publiciteit als er niet genoeg wordt gereageerd?
Het zal duidelijk zijn dat we alleen in een veilige stad, een veilig land, kunnen wonen als we onszelf daarvoor inzetten. Als we bereid zijn bondgenootschappen te sluiten met anderen die het goede willen en niet dan het goede. Dan zul je een land zien dat zich uitstrekt tot de verte. Dan zijn de deurwaarders en de valse kruideniers verdwenen, dan vervuilt de projectontwikkelaar niet langer het landschap met overbodige kantoortorens. Dan zijn de politici met hun geheimzinnige vaktaal uitgebannen en begrijpen we elkaar ondanks onze verschillende afkomst en cultuur. Dan is de stad een oord waarvan de tijdelijkheid wordt beseft, dan behouden we het oude niet omdat we bang zijn voor het nieuwe, maar weten we dat de macht van de Liefde regeert voor iedereen. Gelukkig dat we elke dag opnieuw mogen beginnen aan zo’n samenleving te bouwen, ook vandaag weer.