Matteüs 12:1-8
1 ¶ In die tijd liep Jezus op een sabbat door de korenvelden. Zijn leerlingen hadden honger en begonnen aren te plukken en ervan te eten. 2 Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tegen hem: ‘Kijk, uw leerlingen doen iets dat op sabbat niet mag.’ 3 Hij antwoordde: ‘Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, 4 hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters? 5 En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienst doen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn? 6 Ik zeg u: hier gaat het om meer dan de tempel! 7 Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: “Barmhartigheid wil ik, geen offers, ”dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. 8 Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.’ (NBV)
In de wereldbeweging voor internationale gerechtigheid klinkt het tegenwoordig van: “Wij willen geen liefdadigheid maar gerechtigheid.” Het had uit de Bijbel kunnen komen. De vraag is altijd wat je voorop zet: wetten, regels en fatsoen, of mensen. En als je mensen voorop stelt, gaat het dan alleen om je eigen mensen, je eigen volk, of zet je de armsten, de zwaksten in de wereld voorop. Matteüs vertelt daar een verhaal over dat gaat over de leerlingen die op de Sabbath, de dag dat je niet werken mag, toch zorgen voor hun eten, dat mocht dus niet. Die formele opstelling wijst Jezus af. Het gaat om de mensen niet om de regels. En daar moeten machthebbers het mee doen. Niet dat je nu ineens mag werken op de Sabbath, of bij ons de zondagsrust moet worden afgeschaft. De grootste uitvinding van Israël was nu eenmaal die Sabbath. Mensen leven niet bij werken alleen, mensen moeten samen kunnen komen en zich bezig houden met Liefde en met wat dat kan betekenen in hun dagelijks leven. Dat geldt niet alleen voor de Joden, dat geldt ook voor ons.
Daarom is bij ons de Zondag zo belangrijk. Niet omdat we dan niets zouden mogen, integendeel. Dit verhaal van Matteüs veroordeelt het niet mogen fietsen en het niet mogen voetballen op zondag. Juist op die ene dag van de week moeten mensen iets kunnen proeven van de Koninkrijk waar alle tranen gewist zullen zijn. Dat is een Koninkrijk van plezier en vreugde en samen delen. Het oefenen in samen delen is belangrijk voor de hele wereld. Kijk maar eens als de G8 weer eens bij elkaar is. Zij, de leiders van de rijkste landen in de wereld, hebben de kans om werkelijk iets te betekenen voor de allerarmsten en dan niet in de zin van offers, genadebrood, de kruimels van de tafel zeg maar, maar in de vorm van echte barmhartigheid, we sluiten de armsten niet buiten maar halen ze binnen. Afschaffen van de tariefmuren dus, weg met de westerse landbouwsubsidies voor een oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt, en kwijtschelding van schulden.
Dat laatste zal er wel komen, maar durven die landen ook een stopzetting van de wapenhandel aan? Industrie lijkt toch weer belangrijker dan leven. Voorzichtig is voorgesteld om de schade aan ons milieu eens te gaan beperken, en wat blijkt, de Amerikanen willen daaraan alleen meedoen als hun industrie en oliemaatschappijen er aan kunnen verdienen. En als de olie op is moet de landbouw eerst produceren voor de biobrandstof en dan pas voor voedsel. Er wordt wel voorgesteld om de landbouw in arme landen beter te maken maar niet om de nadruk te leggen op voedsel voor de hongerenden. De discussie over echte normen en waarden, die in ons land helaas nog steeds over fatsoen gaat en niet over delen, moet dus maar even doorgaan. De volken van de wereld hebben afgesproken de armoede te halveren voor 2030, daar moet nog mee begonnen worden. In het verhaal van Jezus van Nazareth zou het voorop hebben moeten staan, laat het vandaag onze eerste inspanning zijn.