Romeinen 10:1-13
1 ¶ Broeders en zusters, ik wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze zullen worden gered. 2 Ik kan van hen getuigen dat ze God vol toewijding dienen, maar het ontbreekt hun aan inzicht. 3 Omdat ze Gods gerechtigheid niet kennen, proberen ze hun eigen gerechtigheid te laten gelden en verlaten ze zich niet op Gods vrijspraak. 4 De wet vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. 5 Zeker, Mozes zegt over de rechtvaardigheid die op grond van de wet verkregen wordt: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 6 En over de rechtvaardigheid die op grond van geloof geschonken wordt staat geschreven: ‘Zeg niet bij uzelf: Wie zal opstijgen naar de hemel?’ en dat betekent: wie zal Christus naar beneden brengen? 7 Of: ‘Wie zal afdalen naar de onderwereld?’ en dat betekent: Christus bij de doden vandaan naar boven brengen. 8 Maar vervolgens zegt Mozes: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ en dat betekent: de boodschap van het geloof die wij verkondigen, is dicht bij u. 9 Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10 Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11 Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12 ¶ En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, 13 want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ (NBV)
Veel mensen vragen zich af wat eigenlijk is, dat geloven. Zit er dan een oude man boven ergens op een wolk naar ons te kijken? Is het een spelletje om mensen bezig te houden maar waarvan de afloop al lang bekend is? Verdien je er wat mee? Moet je dan geloven dat je ook na je dood met al die vervelende mensen om je heen moet verder leven en dat nog wel tot in alle eeuwigheid? Heeft dat geloof ook nog wat te maken met vrede en medemenselijkheid of krijg je er alleen maar oorlog, aanslagen en verdere ellende door? Het zijn vragen waarop Paulus vandaag in gaat, maar wel op de manier die in zijn eigen tijd begrepen werd. Paulus had te maken met Joden en Heidenen. Voor de Joden was geloven hetzelfde als het nauwkeurig naleven van de Wet zoals ze die in leer van Mozes leerden. Voor Heidenen woonden de Goden inderdaad ergens boven ons, op de Olympus of een plek die buiten ons bereik lag.
Die Heidense goden waren afgoden en volgens Paulus bestonden die eigenlijk niet, je moest ze in elk geval niet aanbidden. God is te groot voor ons om te weten waar die is, maar we mogen over God praten als over een God die met ons mee gaat, geen oude man op een wolk dus. Maar moet je dan niet heel nauwkeurig die Joodse Wet gaan volgen? Waarom zou je dan doen? God heeft de regels voor de menselijke samenleving gegeven aan het volk Israël. Als je daar bij wil horen dan hou je vanzelf die regels aan voor je leven. Maar al die keren dan dat je je niet heel nauwkeurig aan die regels houdt? Iedere gelovige weet dat dat wel duizend keer per dag kan voorkomen. Paulus zegt dat je je daar niet druk over moet maken. Er zijn Joden die zo de nadruk leggen op die geboden, ook voor de Heidenen, omdat ze geloven dat hoe meer je die geboden houdt hoe meer God je zal redden van de dood.
Volgens Paulus is het woord in je hart en in je mond en het enige dat je te doen hebt is het Woord van God te verkondigen in woord en daad. Daar wordt je zelf niet beter van, daardoor wordt je ook niet gered van de dood, het enige is dat door dat te doen de Naam van God groot wordt gemaakt. Kan je dat dan? Jezus van Nazareth heeft het ons voorgeleefd. Heb je naaste lief als jezelf, dat is God liefhebben boven alles. Je kunt dat niet uit je zelf, maar je kunt als je in Christus bent. Dan ga je vanzelf de hongerigen voeden, de naakten kleden, de gevangenen bezoeken, de vreemdelingen gastvrijheid verlenen en je verzetten tegen alle onrecht en onderdrukking. Vreedzaam, zonder geweld, desnoods met gevaar voor je eigen leven. Je eigen leven is immers niet meer belangrijk? Alleen de eer van God is nog belangrijk. Niemand hoeft zich op de borst te kloppen over wat die kan, maar als je geloofd dan roep je God aan om het je mogelijk te maken zijn liefde te verspreiden, ook vandaag weer.