Johannes 1:1-14
1 ¶ In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 ¶ Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. 6 Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7 Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8 Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9 het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10 Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11 Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12 Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13 Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. 14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. (NBV)
Het eerste hoofdstuk van het evangelie naar Johannes wordt meestal op de eerste Kerstdag gelezen, nadat in de Kerstnacht het verhaal uit Lucas 2 is gelezen. Niet zo verwonderlijk. Op kerstochtend zitten de kinderen in de kerk en in de kerstnacht niet. Die kinderen worden overal al dood gegooid met Maria en Jozef en de stal en het ezeltje en de engeltjes die door luchtruim zweven. Op kerstochtend hebben die kinderen toch wat steviger kost verdiend. Daarom wordt in veel kerken op galmende toon dit gedeelte van Johannes over “Het Woord” De profeet Jesaja had ooit al eens geschreven dat een licht zou opgaan over de volken en dat als teken daarvan een kind geboren zou worden. In Jezus van Nazareth herkennen veel mensen dat licht dat nooit zal doven. Maar Johannes vertelt ons meer. Hij vertelt ons zelfs van discussies waar we misschien niets meer van weten.
Er waren in zijn dagen mensen die vonden dat de God van Israël een andere God was als de God van Jezus van Nazareth. Die mensen zijn er soms nog wel, ze doen of ze Christelijk zijn maar eigenlijk verwerpen ze de Wet van eerlijk delen en je naaste liefhebben als jezelf. Johannes schrijft in de eerste zinnen van zijn Evangelie dat er helemaal geen verschil is, zoals de God van Israël zei “Er zij licht, en er was licht” zo is alles van die God uitgegaan, ook het Woord, zoals Jezus van Nazareth zich soms noemde. Johannes probeerde aan te sluiten bij opvattingen die in zijn tijd gewoon waren onder de mensen. Geleerde filosofen hadden het over de Logos, een Grieks woord dat wij meestal vertalen met “Het Woord” maar dat een ruimere betekenis had. Logos was de oorsprong van alle dingen volgens de Grieken. Logos was dus ook iets als de verzameling van alle namen voor alle dingen. Als het geen naam heeft dan bestaat het niet, dan kun je er met anderen niet over communiceren. Daarom hadden ze voor alles ook goden, met namen die direct herkenbaar waren. Athene was de wijsheid, Apollo de liefde enzovoort.
Johannes probeert in de eerste regels van zijn Evangelie terug te wijzen naar het eerste hoofdstuk van Genesis. Het Woord was niet het begin, maar de God die de woorden sprak. Die God was ook die woorden. Die God bracht licht, die God bracht leven, die God maakte van de chaos mensenland. Dat verhaal moet steeds opnieuw aan mensen worden verteld. Het is niet ons denken, of de redelijkheid die het ons ingeeft, de wetenschap komt er niet aan te pas, die geeft andere namen aan de dingen. God stuurde een mens om van het licht te getuigen. God zond vervolgens zijn zoon om het licht te zijn. De chaos waarin wij ook vaak leven wordt door Jezus te volgen weer mensenland. In de liefde van Jezus krijgen hongerigen te eten, worden dorstigen gelaafd, krijgen vreemdelingen onderdak, worden naakten gekleed, worden zieken verzorgd en gevangen bezocht. Aan dat mensenland mogen we meedoen. Het is niet ingewikkeld, het is zo eenvoudig als een kind in een voederbak.