Jesaja 7:18-25
18Â Op die dag zal de HEER de vliegen van de verste waterstromen van Egypte bijeenfluiten, en uit Assyrië een zwerm bijen. 19Â Ze zullen allemaal komen en neerstrijken in steile rivierdalen en in rotsspleten, bij iedere drinkplaats en op elke doornstruik. 20Â Op die dag zal de Heer met een aan de overkant van de Eufraat gehuurd scheermes-de koning van Assyrië-alle haren van hoofd en baard en zelfs het schaamhaar afscheren. 21Â Op die dag zal men een jonge koe houden, een geit en een schaap. 22Â Door de overvloed aan melk die ze geven, heeft iedereen ruimschoots boter te eten. Boter en honing is er voor wie in het land zijn achtergebleven. 23Â Op die dag zal elk stuk grond waar duizend wijnstokken staan ter waarde van duizend zilverstukken, door dorens en distels overwoekerd worden. 24Â Alleen met pijl en boog dringt men er door; dorens en distels versperren de weg. 25Â Hellingen die met de hak zijn bewerkt, zullen onbereikbaar worden door vervaarlijke dorens en distels. Men kan er slechts de runderen heen drijven, het door de schapen laten vertrappen. (NBV)
Kritiek op de machtspolitiek van grootmachten is zeer Bijbels. De profeten weten daarvoor soms prachtige poëtische beelden te gebruiken. Vandaag komen we er weer een aantal tegen. Om ze goed te begrijpen moeten we ons eerst even verdiepen in de wereldpolitiek van de dagen van Jesaja, zoals dat te vinden is in het eerste gedeelte van het boek van de profeet Jesaja. Assyrië is een wereldmacht geworden. Egypte was dat al. Daar tussenin liggen een aantal kleine landjes, Juda is er één van. We hadden al gehoord hoe Efraïm, Samaria ook genoemd, samen met Aram zich daartegen teweer probeerden te stellen. Tevergeefs. Uiteindelijk zouden die kleine landjes vermorzeld worden tussen die wereldmachten. Ook Juda. Maar de schade zal beperkt blijven. Assyrië zal het land kaalvreten, zoals een scheermes het haar van een man kan weghalen tot een gladde huid overblijft zo zal Assyrië te keer gaan. De vreemde soldaten van Egypte zullen zich als vliegen op het verwoeste land storten.
Maar het land blijft een land overvloeiende van melk en honing. Boter en honing blijven voldoende aanwezig om het geweld van de anderen te overleven. Jesaja had opgeroepen om aan het geweld van Assyrië en Egypte geen geweld toe te voegen dat zou maar onnodig extra slachtoffers maken. De handel zal door het geweld teniet worden gedaan. De wijnbouw, vanouds gericht op de export, zal stil komen te liggen. Ook de akkerbouw op de moeilijk bereikbare plekken is economisch onrendabel geworden. Maar de vreemde troepen hebben geen reden wraak te nemen op de plaatselijke bevolking. Ze hebben tegen elkaar gevochten maar ze ondervonden daarbij geen tegenstand van de plaatselijke bevolking. Die hield zich afzijdig. Dat is de manier volgens Jesaja om uiteindelijk te overleven tot er vrede is, ja zelfs de Weg om tot vrede te komen. Ook in onze dagen mogen we wel eens nauwkeuriger opletten of we die Weg wel volgen.
Als Israël tot vrede met de Palestijnen wil komen dan zullen twee staten naast elkaar in vrede moeten leren leven, dat vinden we al sinds de stichting van de staat Israël. Maar krijgen de Palestijnen nu een eerlijke kans hun eigen staat te ontwikkelen zodat vrede een vruchtbaar alternatief is voor voortgezet verzet? Steun aan de Palestijnen betekent stappen zetten op de Weg naar vrede voor Israël. Ontwikkelingssamenwerking betekent stappen zetten op de weg naar vrede in Afrika en alleen vrede kan vrouwen beschermen tegen misbruik en verkrachting, kan helpen hongersnood bestrijden, kan producenten een eerlijke plaats op de wereldmarkt geven en kan ons helpen onze broeders en zusters als broeders en zusters te verwelkomen. Machtspolitiek probeert alleen te letten op eigen belang, het reageert ook heel vaak vanuit de angst de eigen positie te verzwakken. Wij mogen luisteren naar de roep niet te vrezen, niet bang te zijn, maar de Weg te gaan van de God van Israël. Ook vandaag weer, de weg van delen van wat we hebben met de armsten en de Weg van recht en gerechtigheid.