Genesis 47:28”“48:7
28 Jakob woonde zeventien jaar in Egypte; hij werd honderdzevenenveertig jaar. 29 Toen hij voelde dat hij niet lang meer zou leven, liet hij zijn zoon Jozef bij zich komen. ‘Als je het goed met me voorhebt, ‘zei Israël, ‘leg dan je hand in mijn lies en geef mij blijk van je liefde en trouw: zweer dat je me niet in Egypte begraaft. 30 Als ik straks gestorven ben, breng mij dan weg uit Egypte en begraaf me in het graf van mijn voorouders.’ Jozef beloofde het. 31 ‘Zweer het mij, ‘zei Israël. Jozef zwoer het hem, en daarna knielde Israël neer op het hoofdeinde van zijn bed. 1 ¶ Niet lang daarna ontving Jozef het bericht dat zijn vader ziek was. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij naar hem toe. 2 Toen men Jakob vertelde dat zijn zoon Jozef er was, verzamelde hij al zijn krachten en ging op de rand van het bed zitten. 3 Hij zei tegen Jozef: ‘God, de Ontzagwekkende, is in Luz, in Kanaän, aan mij verschenen en heeft mij daar gezegend. 4 Hij heeft me gezegd: “Ik zal je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven; er zal een groot aantal volken uit je voortkomen. En dit land zal ik jouw nakomelingen voor altijd in bezit geven.” 5 Welnu, de twee zonen die jij in Egypte hebt gekregen voordat ik hierheen kwam, zullen als mijn eigen zonen gelden: Efraïm en Manasse stel ik op één lijn met Ruben en Simeon.
6 Maar als je na hen nog meer kinderen verwekt, dan zullen die als de jouwe worden beschouwd. Zij krijgen grondbezit in het stamgebied van hun broers. 7 Ik wil dit zo omdat toen ik terugkwam uit Paddan, Rachel tot mijn verdriet is gestorven op onze tocht door Kanaän; het was toen nog maar een uur of twee naar Efrat, en ik heb haar daar, langs de weg naar Efrat begraven.’ (Efrat is het huidige Betlehem.) (NBV)
Zo rond de kerstdagen vragen mensen zich nog wel eens af waarom we eigenlijk zingen van het veld van Efrata. In het Nieuwe Testament komt de naam immers niet voor. En met kerst wordt toch altijd het verhaal uit het Evangelie van Lucas gelezen en soms gepreekt uit het Evangelie van Johannes, maar Efrata klinkt niet door in die Bijbelverhalen. Bethlehem wel, het huis van het brood. Dat was het dorp waar Koning David vandaan kwam. En omdat Jozef en Maria afstammelingen van David waren gingen ze terug naar Bethlehem. Daar in de buurt lag dus ook Rachel begraven, de moeder van Jozef en Benjamin. Daar wilde ook Jacob begraven worden lezen we vandaag. Dat was het land dat aan Abraham en zijn nageslacht beloofd was, een belofte die aan Jacob herhaalt was. Jacob had goed door dat ze niet in Egypte thuis hoorden. Jozef had daar wel een zeer hoge positie gekregen en zijn broers en de rest van het volk had een prima plaats om te wonen gekregen maar ze hoorden er niet thuis.
Ook het nageslacht van Jozef niet. De zonen van Jozef kregen een bijzondere positie, Efraïm en Manasse, de zonen van de dochter van een Egyptische priester waarmee Jozef was getrouwd, werden op één lijn gesteld met de zonen van Lea, Ruben en Simeon. En waarom? Omdat Jozef zo graag nog meer zonen zou hebben gehad met Rachel, zijn vrouw die al gestorven was toen hij nog maar net Kanaän was binnengetrokken. De vrouw die dus bij Bethlehem begraven lag. Veel later zou zij nog een rol vervullen in het verhaal dat Matteüs zou vertellen over de dagen rond de geboorte van Jezus van Nazareth. Maar Jacob herkent hier de belofte van God om een groot nageslacht te krijgen in zijn kleinkinderen en geeft dat ook aan zijn kleinkinderen door.
In onze dagen is de band tussen grootouders en kleinkinderen vaak groter. We leven langer en we genieten meer van ons pensioen en dus hebben grootouders vaak meer tijd voor hun kleinkinderen. Ze werden door de staat zelfs een tijdje geleden betaald als ze op hun kleinkinderen passen zodat hun ouders kunnen werken. Daar werd net iets te veel misbruik van gemaakt. Jammer alleen dat bij echtscheidingen de band tussen grootouders en kleinkinderen geen rol kan spelen. Maar als grootouders een goede band hebben met hun kleinkinderen hebben ze dus ook de kans om de belofte van een rechtvaardige wereld door te geven. Om hun kleinkinderen te leren en voor te leven wat het is om van je naaste te houden als van jezelf. Als je kinderen hebt en ouders mag je je ouders gerust vragen dat aan hun kleinkinderen door te geven. Als jezelf kleinkind bent vraag je grootouders nog maar eens hoe dat zit, zij kennen de oude verhalen nog.