Jeremia 7:1-11
Je hoort toch nog maar al te vaak. We zijn toch fatsoenlijk, we houden ons aan de Joods Christelijke traditie en verdedigen die tegen ongerechtvaardige aanvallen, dan horen we er toch gewoon bij ? Zeker als men ook naar een zogenaamde Christelijke kerk gaat dan moet het toch wel goed komen? In de tijd van Jeremia was dat ook zo. Maar hij ging in de poort van de Tempel staan en sprak daar de mensen aan die naar binnen gingen. Dat moesten toch wel de voorbeelden voor het volk geweest zijn. Fatsoenlijke mensen die nog de offers gingen brengen in de Tempel. Mensen die bij de God van Jeremia hoorden. Niets is minder waar. Jeremia roept ze op anders te gaan leven. Dat versje van “Dit is de Temel van de Heer” wordt net zo vals gezongen als het versje van de Joods Christelijke traditie in onze dagen. Dat soort versjes blijkt een alibi voor het uitsluiten van vreemdelingen van de samenleving, voor het onderdrukken van de weduwen en de wezen. En weduwen en wezen staan in de Bijbel voor de allerarmsten, in onze dagen praten we over de minima en de armen in Afrika. Het verbiedt mensen aandacht te vragen voor de gevolgen van de slavernij die zij meedragen ook nog in het derde en vierde geslacht. Zwarte Pieten bevestigen voor hen het beeld dat ze moeten bewijzen tot deze samenleving te horen ook al wonen ze al generaties lang in dit land en hebben ze al van ouds mee vormgegeven aan onze samenleving. Steeds weer worden ze aangesproken als komend uit een vreemd land, uit Spanje of God weet waar. Steeds weer moeten ze zich bewijzen, moeten ze meer aangepast zijn als zij die de aanpassing van hen vragen. Als ze aandacht vragen voor het foute beeld dat de “Zwarte Piet” bij hen oproept en het verkeerde gedrag dat daardoor van hen gevraagd wordt dan is onze wereld te klein. Dan regent het klachtentelefoontjes bij een museum dat er een tentoonstelling voor inruimt en klinkt het applaus voor een goedkoop scorende populistische politica. Fatsoen dat moeten we wel hebben, tenminste dat moeten de anderen hebben. Belasting betalen dat moeten die anderen ook. Wij gaan voor de goden van winst en profijt. Jeremia voorspelde zijn tijdgenoten dat ze daardoor hun land uiteindelijk zouden gaan verliezen. Wie zo hoog opgeeft van zichzelf wekt alleen jalouzie op. Hier is het kennelijk te halen want wij zijn beter dan de rest van de wereld. Wie niet wil delen heeft kennelijk wel heel veel te beschermen en wordt gemakkelijk een prooi voor dieven en rovers. Er is sinds de dagen van Jeremia veel veranderd in de wereld, maar niet in het gedrag van mensen. Ook nu heeft de oproep om heel anders te gaan leven en anders om te gaan met de minsten in onze samenleving een hoogst actuele klank. Laten we er naar luisteren dus.