1 Timoteüs 6:11-21
11 Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12 Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 13 ¶ Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14 je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt 15 op de dag die is vastgesteld door de verheven en enige heerser, de hoogste Heer en koning. 16 Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen. 17 Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. 18 En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen. 19 Zo leggen ze een stevig fundament voor de toekomst, en winnen ze het ware leven. 20 Timoteüs, waak over hetgeen je is toevertrouwd en mijd het goddeloze gepraat en de tegenstrijdigheden van wat ten onrechte kennis wordt genoemd 21 en wordt verkondigd door mensen die van het geloof zijn afgedwaald. Genade zij met jullie allen. (NBV)
Soms dan vertaalt die Nieuwe Bijbelvertaling wel erg gematigd. Hier staat dienaar van God terwijl er in het Grieks man, mens van God staat. Een term die in de Hebreeuwse Bijbel ook wordt gebruikt voor mensen als Mozes. Zo’n mens van God vertelt de mensen hoe God zou willen dat ze leven en leeft dat ook zelf de mensen voor. De brief is wel aan Timoteüs gericht maar de algemene termen die hier gebruikt worden maken dat de brief aan ons allen worden gericht. We moeten het kwade vermijden, zorgen we dat we niet door de lust naar rijkdom worden verleid maar we moeten streven naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. De term vroomheid vraagt tegenwoordig enige extra uitleg. In het spraakgebrek betekent het zoiets als ouderwets christelijk. Mensen die altijd maar bidden en op zondag het liefst drie maal naar de kerk gaan en de rest van de dag thuiszitten. Maar in onze taal heeft vroomheid altijd dapperheid betekent en een gelovige die opgeroepen wordt vroom te zijn wordt opgeroepen het slechte in de samenleving te benoemen, schroom niet, slecht is slecht, goed is goed.
Dat moeten we dus volhouden tot Christus verschijnt. Je krijgt er een eeuwig leven voor. Nu zien wij maar heel weinig mensen die eeuwig leven. Natuurlijk zijn er heel af en toe mensen die de aandacht trekken door ouder dan honderd te worden maar veel ouder is dat dan ook niet. God heeft de grens van een mensenleven op 120 gesteld en veel ouder wordt eigenlijk niemand. Maar als we van de ene generatie de andere generatie mee krijgen in het kwade vermijden, rechtvaardigheid betrachten en al die andere dingen die hier staan dan leven gelovigen eeuwig. Je eigen persoon doet er dan niet meer toe. Je doet het dan ook niet om ooit behouden te worden maar om er voor te zorgen dat de Naam van God groter wordt. God die ons het leven heeft gegeven en voor ons zorgt door ons al het goede te geven dat we nodig hebben. Dat moet je aan de volgende generatie doorgeven, daarvoor mag je je eigen generatie enthousiast voor maken.
Het is mooi om al het goede aan God toe te schrijven en al het slechte aan de mens. In arme landen wonen geen mensen die aardbevingen veroorzaken. De aardbevingen in arme landen worden in het algemeen ook niet door mensen in rijke landen veroorzaakt. Hetzelfde geld voor het uitbarsten van vulkanen. Maar zouden mensen in rijke landen de mensen in arme landen niet moeten helpen gewaarschuwd te worden voor aardbevingen, helpen huizen te bouwen die bestand zijn tegen aardbevingen? Ook de waarschuwingen voor uitbarstingen van vulkanen kunnen worden voorspeld en woongebieden kunnen zo gekozen worden dat mensen aan een uitbarsting niet hoeven dood te gaan. Het goede geeft God ons maar de vraag is of wij het willen hebben. In onze provincie Groningen kunnen mensen bijna niet meer wonen door aardbevingen die wel degelijk door mensen worden veroorzaakt. Door mensen die gedreven worden door geldzucht. Het stoppen met verdienen aan de aardgas in de grond is onbespreekbaar. Het ontwikkelen van methoden om het aardgas te vervangen door iets anders zodat er geen bevingen kunnen plaatsvinden kost te veel. Zelfs de schade die wordt toegebracht door de geldzucht van enkelen wil men niet vergoeden. Daar gaat dus die vroomheid over, zeggen wat slecht is, je niet laten verleiden door geldzucht.