Op de plaats waar recht gesproken wordt, heerst onrecht

Prediker 3:16”“4:6

16 ¶  Ik heb nog iets onder de zon gezien: op de plaats waar recht gesproken wordt, heerst onrecht. Ik zag de plaats waar gerechtigheid zou moeten zijn, en er heerst onrecht. 17  Ik zei tegen mezelf: God zal zowel de rechtvaardigen als de goddelozen aan zijn oordeel onderwerpen, want er is bij hem voor alles wat gebeurt en voor elke daad een tijd en een plaats. 18  Ik zei tegen mezelf dat God de mensen heeft bevoorrecht: ze beseffen dat ze als de dieren zijn. Niet meer dan de dieren zijn ze, 19  want de mensen en de dieren treft hetzelfde lot. Zoals een dier sterft, zo sterft ook een mens; ze delen in dezelfde adem. Dat is hun beider lot. Een mens is niet beter af dan een dier, want alles is leegte. 20  Alles gaat naar dezelfde plaats, alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof. 21  Wie zal ooit weten of de adem van een mens naar boven opstijgt en die van een dier afdaalt naar de aarde? 22  Daarom, zo heb ik vastgesteld, is het maar het beste voor een mens dat hij vreugde put uit alles wat hij onderneemt. Dat is wat hem is toebedeeld, want wie zal hem van iets laten genieten na zijn dood? 1 ¶  Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. 2  De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. Zij die al gestorven zijn, zijn beter af dan zij die nog in leven zijn. 3  Maar beter af dan beiden is degene die nog niet geboren is en nog geen weet heeft van het onrecht dat er wordt begaan onder de zon. 4 ¶  Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. 5  Het is waar, een dwaas zit met zijn handen in zijn schoot en kwijnt zo langzaam weg. 6  Maar beter is één hand gevuld met rust dan beide vuisten vol gezwoeg en najagen van wind. (NBV)

Er zijn waarschijnlijk net iets te veel mensen het eens met het eerste deel van het hoofdstuk dat we vandaag uit het boek Prediker lezen. Allereerst natuurlijk de mensen die zelf vinden dat ze onterecht veroordeeld zijn door een rechter terwijl iedereen vindt dat die veroordeling toch eigenlijk wel terecht was. Denk aan de dwaze vaders die het zo gek niet kunnen verzinnen om aandacht te trekken voor het feit dat ze hun kinderen niet kunnen zien, terwijl toch veel mensen zullen denken dat mensen die zo gek kunnen doen niet echt goed zijn in het opvoeden van kinderen tot bruikbare burgers. Maar er worden ook fouten gemaakt. Er is nu een commissie die onderzoek doet naar een aantal van die gevallen, er toch nog eens naar kijken lijkt soms heel erg noodzakelijk. Daarnaast zijn er slachtoffers die verbijsterd toekijken als daders weer vrij rond kunnen lopen door fouten in het systeem van justitie. Prediker vindt dat mensen net als dieren zijn. Ze leren maar nauwelijks van hun fouten en net als mensen gaan dieren ook dood.  Uiteindelijk kun je toch maar het beste genieten van het goede als je dat een keer ten deel valt. Als je alleen maar hongert en dorst naar gerechtigheid zou je wel eens heel mager kunnen worden.

Op z’n tijd eten en drinken en vrolijk zijn behoed je voor het onrecht dat rechtbanken en politie opleveren. Want dat vrolijk zijn bereik je toch het allerbeste door te delen wat je hebt met hen die het niet hebben. Daarmee bereik je iets van de rechtvaardigheid die in de wereld zo vaak ontbreekt. Dwaze vaders hebben dus betere plekken om te laten zien dat ze best wel goede vaders zouden kunnen zijn. Speeltuinen en kinderboerderijen zoeken altijd vrijwilligers. En overigens moeten we dus vragen blijven stellen aan rechters, officieren van justitie en advocaten over waarom de verkeerde mensen veroordeeld worden en de misdadigers vrij kunnen blijven rondlopen. Dat is dus wat de Prediker zag toen hij keek naar de onderdrukten. De doden zijn nog beter af want die merken niets meer van de ellende, net als de kinderen die nog niet geboren zijn, die kinderen hebben nog geen weet van het onrecht dat er wordt begaan onder de zon. Mensen zijn ook niet begaan met onderdrukten ze zijn alleen bezig met hun eigen gewin stelt de Prediker. Alles wat ze bereiken komt door hun afgunst of jaloezie, als een ander het maar niet beter krijgt.  En dat is nu net najagen van wind, want alles wat je voor jezelf najaagt heeft uiteindelijk geen nut, je bent beter af met een handvol rust.

Jezus van Nazareth zou er later op wijzen dat je beter een goede maaltijd met armen kunt houden dan met rijken. Die armen zullen je dankbaar zijn en bereid te delen met jou als het jou eens wat minder gaat. Die rijken worden alleen maar jaloers en vernederen je als je niet uitkijkt. Een dwaas doet natuurlijk helemaal niets maar een handvol rust is altijd nog beter dan gezwoeg en geslaaf op niks af. In onze dagen van haast en prestatiedrang zijn we de wijsheid van Prediker helemaal kwijt geraakt. Wie geen carrière wil maken, wie geen macht of rijkdom wil vergaren, wie niet de eerste en de beste wil zijn in zijn of haar bezigheden loopt de kans voor gek te worden verklaard. Dag in dag uit zien we wedstrijden en competities als voorbeeld van hoe we zouden moeten leven. De beste zanger of zangeres, het mooiste vrouwelijke of mannelijke model, de deelnemer aan de quiz die het meeste weet en zeker niet de zwakste schakel is. Het kan niet op, in de film en toneelwereld worden de beste acteur en actrice gekozen, in de boekenwereld de beste schrijvers en de beste boeken, onder architecten de beste ontwerpers. Iedereen kan chef kok worden in het duurste restaurant als je maar de wedstrijd weet te winnen.  Wat Prediker heel lang geleden opschreef gebeurd ook vandaag de dag, het moet ons toch aan het denken zetten.

Plaats een reactie