Lucas 11:37-52
37 ¶ Toen hij uitgesproken was, nodigde een Farizeeër hem uit voor de maaltijd. Hij ging naar binnen en ging aan tafel aanliggen. 38 Toen de Farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat hij zich niet eerst gewassen had voor de maaltijd. 39 Maar de Heer zei tegen hem: ‘Ach, jullie Farizeeën! De buitenkant van de beker en de schotel reinigen jullie, maar jullie eigen binnenkant is vol roofzucht en slechtheid. 40 Dwazen, heeft hij die de buitenkant gemaakt heeft niet ook de binnenkant gemaakt? 41 Geef liever de inhoud van beker en schotel als aalmoes, dan is niets meer onrein voor jullie! 42 Maar wee jullie Farizeeën, want jullie geven tienden van munt, wijnruit en andere kruiden, maar gaan voorbij aan de gerechtigheid en de liefde tot God; je zou het een moeten doen zonder het andere te laten. 43 Wee jullie Farizeeën, want jullie zitten graag op een ereplaats in de synagoge en worden graag begroet op het marktplein. 44 Wee jullie, want jullie zijn als ongemarkeerde graven waar de mensen overheen lopen zonder het te weten.’ 45 Daarop zei een wetgeleerde tegen hem: ‘Meester, door die dingen te zeggen beledigt u ook ons.’ 46 Maar Jezus zei: ‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan. 47 Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. 48 Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! 49 Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” 50 Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, 51 van het bloed van Abel tot het bloed van Zecharja, die omkwam tussen het brandofferaltaar en het heiligdom. Ja, ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! 52 Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ (NBV)
Farizeën en wetgeleerden. We kennen ze en ze staan in onze taal in een kwade reuk. Ze krijgen in dit Schriftgedeelte door Jezus van Nazareth ongezouten de waarheid gezegd. Maar mogen wij blij zijn geen farizeën of wetgeleerden te zijn? Dat is nog maar de vraag. Farizeën probeerden de leer van het volk Israel ook onder het hele volk levend te houden. Zij waren de uitvinders van de Synagogen waar Jezus van Nazareth zo vaak kwam om uit de boeken van Mozes en de Profeten voor te lezen en er uitleg over te geven. En dan de wetgeleerden. De Wet van de Woestijn is toch het hart van het verhaal van Israel en gaat het ons ook niet om het houden van die wet, de wet van delen, van houden van je naaste als van jezelf? Het zijn de richtlijnen voor de menselijke samenleving. Jezus van Nazareth verwijt de Farizeën dat ze alleen letten op uiterlijkheden. Als hij vermoeid en uitgeput aan tafel gaat liggen, en iedereen lag in die tijd aan tafel, dan is er geen vraag naar het waarom, geen belangstelling voor zijn persoon, maar alleen een verwijt dat hij zich niet aan de regels houdt.
De wetgeleerden moeten het op dezelfde manier ontgelden, wel praten over normen en waarden, wel roepen dat de wet gehouden moet worden, maar steun aan de armen ho maar. Is er dan veel veranderd? Heeft de discussie over normen en waarden van het zich zo christelijk noemende CDA iets opgeleverd voor bijstandsmoeders, hun kinderen, voor de armen in onze samenleving? Zijn er schulden kwijtgescholden, onrechtvaardige tolmuren gesloopt? Hebben producten uit arme landen betere kansen gekregen op onze binnenlandse markten, is de concurrentie met boeren in arme landen gestopt? Is onze samenleving rechtvaardiger geworden als het gaat om de armen in de wereld? Letten onze militairen inmiddels als eerste op de slachtoffers die er in de oorlog vallen en staan zij naast die slachtoffers, vriend of vijand? En ook bij de onveiligheid die veel mensen voelen is de vraag of het alleen reageren op uiterlijkheden onze samenleving veiliger maakt. Kennen wij onze buren? Accepteren we isolatie van enkelingen? Vinden we goed dat symbolen en verhalen uit de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw weer inspiratie aan burgers geven? Als we dat anders willen, waarom verheffen we onze stem dan niet wat vaker.
Misschien zouden we wat meer Farizeën en Wetgeleerden moeten worden en dan ook doen wat ze zouden zeggen en wat er in het verhaal van Israel staat. Niet de nette pakken en de mooie jurken, niet de fraaie hoeden en de uniformen bepalen of normen en waarden gehaald moeten worden. Ook niet de mooie woorden die machtigen en rijken kunnen spreken, maar de Liefde voor de minsten in onze samenleving bepaalt de juiste normen en waarden. Netjes doen, je fatsoen houden, is niet verkeerd, maar zonder rechtvaardigheid voor de armen betekent het niets, is het zelfs antichristelijk. Gelukkig dat we elke dag opnieuw weer mogen beginnen ons in de eerste plaats te richten op de minsten onder ons, de minsten in onze eigen samenleving en de minsten in de hele wereld, want allen, tot aan de uiteinden der aarde zijn onze broeders en zusters. Iedere dag verdienen ze onze zorg. Ook vandaag weer.