Spreuken 8:22-36
22 ¶ De HEER heeft mij vóór al het andere verworven, toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij. 23 Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was, nog voor de aarde vorm kreeg. 24 Toen er nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht, nog voor de bronnen met hun waterstromen. 25 Toen de bergen nog niet waren neergezet, werd ik voortgebracht, nog voor er heuvels waren. 26 De aarde en de velden had de HEER nog niet geschapen, geen korrel zand was nog gemaakt. 27 Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf en een cirkel om het water trok, 28 de wolken aan de hemelkoepel plaatste, de oceanen bruisend op liet wellen, 29 toen hij aan de zeeën grenzen stelde, het water met zijn woord zijn plaats gaf, de fundamenten van de aarde legde. 30 Ik was zijn lieveling, een bron van vreugde, elke dag opnieuw. Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid, 31 vond vreugde in zijn hele aarde en was blij met alle mensen. 32 ¶ Nu dan, zonen, luister naar mij, gelukkig is een mens die op mijn wegen blijft. 33 Luister naar wat ik je leer, en word wijs, negeer mijn lessen niet. 34 Gelukkig is elk mens die naar mij luistert, dag in dag uit bij mijn woning staat, de wacht houdt bij mijn deur. 35 Want wie mij vindt, vindt het leven, en ontvangt de gunst van de HEER. 36 Wie aan mij voorbijgaat, doet zichzelf veel kwaad, wie mij haat, bemint de dood. (NBV)
Veel mensen vragen zich af waarom we er eigenlijk zijn. Je wordt geboren, groeit op, velen stichten een gezin, voeden kinderen op, die zelf ook weer opgroeien en op zichzelf gaan wonen, en dan wordt je oud en je sterft. Zo ongeveer hopen we dat het gaat, al zijn er die een gezin stichten zonder kinderen, of alleen blijven, maar eerder dood gaan dan van ouderdom willen we bijna allemaal niet. Dat leven zal toch een zin moeten hebben. Het moet toch ergens voor dienen. In een godsdienst is de zin van het mensenleven vaak dat de God wordt gediend. In veel godsdiensten is het dan zo dat de God de mensen heeft gemaakt om gediend te worden en die God wordt boos als dat dienen wordt verwaarloosd, vergeten of niet goed gedaan wordt. Bovenstaand spreukenhoofdstuk leert ons iets anders. Voor alles was er de Wijsheid, het inzicht, en daarmee of daarvoor werd alles gemaakt.
De zin van het leven ligt dus verborgen in die wijsheid. En die wijsheid is eigenlijk heel eenvoudig. Jezus zal ooit eens zeggen dat die wijsheid kinderlijk eenvoudig is, je moet zelfs worden als een kind. Alles draait om de liefde. De liefde voor mensen, bij uitstek voor de zwaksten, de onmondigen, de slaven, de verdrukten. “We zijn toch op de aarde om te helpen nietwaar” was een grappige hit geschreven door Eli Asser maar raakt de boodschap van Spreuken in het hart. Het uitvoeren, en vooral het volhouden is minder eenvoudig dan het lijkt. Voordat je voldoende machthebbers in beweging hebt om de hongerenden in zuidelijk Afrika te helpen bijvoorbeeld kan lang duren. Het Rode Kruis is daar inmiddels mee begonnen en heeft een apart gironummer geopend. Spreuken zegt dat de zorg voor de minsten, het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, mensen tot hun recht laten komen het leven zelf is. Wat niet liefheeft is dood.
We zien God graag als een God die hoog in de hemel troont en ver weg is. Als we het verkeerd doen, straft hij en aangezien we het nooit goed kunnen doen worden we altijd gestraft. Het deel van Spreuken dat we dezer dagen lezen zegt het anders. De Wijsheid, het inzicht, was altijd al bij God maar roept nu tot ons op de hoeken van de straten. Ze bevraagt ons, wat is de zin van het leven is de eerste vraag. Zorgen dat dit een leefbare wereld voor mensen wordt is het antwoord. Daar was die God immers mee begonnen. Om te beginnen schiep God de hemel en de aarde zijn de eerste woorden van de Bijbel en als die aarde van een woeste chaos tot een geordende leefbare wereld is geworden krijgt de mens daarover de verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat we geen mensen van honger laten sterven, brengt met zich mee dat mensen niet worden onderdrukt en uitgebuit, brengt met zich mee dat mensen niet hoeven te vluchten voor oorlog geweld, brengt met zich mee dat ook vreemdelingen als broeders en zusters worden begroet. Het is dichterbij dan je denkt en zo moeilijk is het ook niet.