Lucas 24:36-53
36 ¶ Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47 (47-48) en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 48 49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’ 50 ¶ Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. 51 Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. 52 Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, 53 waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden. (NBV)
Het is duidelijk dat Jezus van Nazareth een andere weg kiest dan de twee die van Jeruzalem naar Emmaüs zijn gegaan. In elk geval niet de weg van de milititaire opstand. Wie immers het zwaard opnemen zullen door het zwaard vergaan. Maar als de twee er blijk van geven hun bezit en voedsel te willen delen met de vreemdeling dan neemt Jezus van Nazareth de uitnodiging aan. En bij het breken van het brood en het uitspreken van de zegening herkennen de twee de opgestane Heer. Het lege graf was niet genoeg om tot geloof in de opgestane bevrijder te komen, daarvoor is zelfs een ontmoeting rond het Oude Testament niet genoeg, pas in de gebaren van breken en delen, gezegend zodat er goeds van uit gaat, wordt de Messias, de Christus herkent. En dan gaat de weg terug naar Jeruzalem, nu niet naar de Tempel of naar het graf maar naar de gemeenschap, want hen moet de bevrijding, de opstanding, verkondigd worden. Er is een andere weg ontdekt dan de weg van opstand en geweld.
De volgelingen van Jezus van Nazareth, de elf die het dichtst bij hem waren geweest waren er al over in gesprek. Petrus was zelf gaan kijken naar het lege graf nadat de vrouwen over het ontbreken van het lijk van Jezus van Nazareth hadden verteld. Hij had daar Jezus van Nazareth zelf ontmoet. En in dit verhaal en het verhaal van twee uit Emmaüs zullen ook de anderen Jezus van Nazareth als opgestane Messias ontmoeten. Die Messias begroet hen met het Hebreeuwse Sjaloom, vrede zij met jullie, de vrede die zo tegengesteld is aan de vrede van het Romeinse Rijk, de Pax Romana. Het lijkt een geestverschijning en iedereen is danig van slag, maar Jezus van Nazareth is tastbaar en voelbaar aanwezig. Opnieuw wordt er gegeten, nu de vis, voor de vissers uit Galilea het dagelijks voedsel, het dagelijks brood. Die werkelijke opstanding van Jezus van Nazareth blijft door de eeuwen heen een moeilijk te begrijpen verhaal. Maar het is geen spook dat aanbeden en beleden wordt. Het is de concrete mens die door de liefde van God ook na de kruisiging doorleeft en daardoor juist door ieder van ons kan worden nagevolgd zonder angst voor het lijden. De wonden aan handen en voeten hoeven ons niet af te schrikken, ze hebben ook geen magische betekenis, de kruisiging is geen inwijdingsrite van een geheim genootschap geweest.
Het lijden van Jezus van Nazareth is even reëel als het lijden van Joden in de concentratiekampen van de Nazi’s en zijn opstanding is even werkelijk als de opstand van al die mensen die in de geschiedenis in opstand zijn gekomen tegen het lijden en het onrecht dat de zwaksten werd aangedaan. De ontmoeting met Jezus van Nazareth is het concreet de hand leggen op de tastbare bewijzen van onderdrukking, honger, marteling en geweld en dan het voedsel te delen dat we hebben met de lijdenden. Dat is de navolging van de opgestane Heer. Daarom noemen we Jezus van Nazareth de Heer van de wereld aan wie alle macht gegeven is. Geen andere Heer kan ons tegenhouden de verdrukten te bevrijden. Ook vandaag niet, daarom ook vandaag de roep om eerlijke handelsverhoudingen, om steun voor vluchtelingen, om een verdrag met de Oekraïne, om vrede in al de landen met oorlog en geweld, om een vreedzame oplossing voor Syrië en om een samenleving in ons eigen land waar iedereen ongeacht sekse, geloof of afkomst aan mee mag doen als gelijkwaardige en volwaardige mensen. Daar mogen we ook deze week weer aan werken.