Hooglied 2:1-7
1 ¶ Ik ben een lelie van de Saron, een wilde lelie in het dal. 2 Als een lelie tussen de distels, zo is mijn vriendin tussen de meisjes. 3 ¶ Als een appelboom tussen de bomen van het bos, zo is mijn lief tussen de jongens. Ik verlang in zijn schaduw te zitten, met mijn tong wil ik zijn zoete vruchten proeven. 4 Hij brengt mij in het wijnhuis, boven mij zijn vaandel van liefde. 5 Verkwik me met rozijnen, verfris me met appels, want ik ben ziek van liefde. 6 Mijn hoofd rust op zijn linkerarm, met zijn rechterarm omhelst hij mij. 7 Meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je bij de gazellen, bij de hinden op het veld: wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil. (NBV)
Vroeger hadden de mensen het nog wel eens over ludevedu, liefdesverdriet. Pubers die geen hap meer door hun keel konden krijgen omdat de verkering uit was. De geliefde was onbereikbaar geworden. In de literatuur hebben we zelfs een naam voor een onbereikbare liefde: de platonische liefde. Dat is wel liefhebben maar zonder dat er iemand verder last van heeft, er gebeurt niks. Dat is zeker niet niks, daar kun je knap ziek van worden, niet van de liefde zelf, maar van de onbereikbaarheid. Daarom staat in dit deel van het Hooglied dat je niet van iemand moet gaan houden als die iemand onbereikbaar is. Liefde zonder doel kost alleen maar energie en valt eigenlijk alleen maar mensen lastig. We kennen het verschijnsel van stalkers, mensen die iemand blijven achtervolgen omdat ze zich wijs hebben gemaakt dat er een liefdesrelatie uit zou kunnen volgen. Ze doen de mens waarvan ze denken te houden meer leed dan ze ooit als geliefde aan goed zouden kunnen doen.
Echt ziek zijn van beantwoorde liefde is heerlijk, een roes, je laat je hoofd op de schouder van je geliefde rusten, de arm van je geliefde om je heen, je lippen ontmoeten de lippen van je geliefde, en zoals de kus van een moeder de pijn van een pasgevallen kind kan verzachten verzacht de kus van je geliefde alle pijn die het leven je aan kan doen. Het is duidelijk dat dit soort liefde wederzijds is. Dit is het hart van de Bijbel, hou van je naaste als van jezelf. Soms krijg je tegengeworpen dat je toch niet altijd kunt slaven en draven voor een ander, maar wil je dan dat er iemand is die altijd slaaft en draaft voor jou is de tegenvraag. Liefde, ook naastenliefde, is pas op haar plaats als de gevende ook liefde kan ontvangen. Liefde is dus geen bedeling. Bedeling is datgene voor een arme geven wat je over hebt, wat je kunt missen zonder wat tekort te komen. De geliefden uit het Hooglied willen alles wel met elkaar delen. Er zijn vele goede gironummers waar voor mooie projecten geld gestort kan worden. En meestal komt dat geld goed terecht.
Dezer dagen staat giro 555 open voor de slachtoffers van de aardbeving Nepal, een zeer goed doel natuurlijk. Maar als de goede doelen niet gepaard gaan met echte blijvende verandering ten behoeve van elkaar dan is er sprake van afkopen en niet van delen. Oxfam Novib, die al vele jaren zorgt voor landbouwprojecten en voedselhulp in Afrika, en Azië, met groot succes, heeft al een tijd geleden een beroep gedaan op onze Tweede Kamer om de handelsverhoudingen binnen de Wereldhandelsorganisatie grondig te veranderen. De rijke landen willen wel wat landbouwsubsidies afschaffen, maar voornamelijk voor die producten waarvan uit de derde wereld geen concurrentie meer te verwachten is. Als er nog enige concurrentie uit de derde wereld te verwachten is voor landbouwproducten die ook in de rijke landen worden verbouwd blijft de landbouwsubsidie en blijven importbeperkingen in de rijke landen in stand. Echte liefde heeft dus ook te maken met eerlijke handelsverhoudingen.